Prinsenbeek

Aanvullingen en correcties over kerkkunst in de gemeente Breda worden zeer gewaardeerd. U kunt uw informatie zenden naar het emailadres als vermeld op de pagina INFO / CONTACT
Laatste update van deze pagina 5-7-2023

De kerk in Prinsenbeek staat geregistreerd als Onze Lieve Vrouw ten Hemelopneming in de Parochie Heilige Maria Magdalena.
In 1963 werd de eveneens aan de Markt gelegen neogotische kerk vervangen door een uiterlijk weinig opvallende modernistische kerk met losstaande toren. Het altaar retabel met zijn velen fraaie beelden kwam uiteindelijk in de kerk van Voorschoten te staan. Diverse eikenhouten beelden uit de oude kerk gingen mee naar de nieuwe kerk. Architecten Geenen en Oskam waren verantwoordelijk voor het ontwerp van de kerk.

Omschrijving: sgraffito, mozaïek en sculpturen
Kunstenaar: Gerrit de MoréeRKD
Afmeting: ca. 10 x 22 meter

Het verhaal:
Het monumentale religieuze werk achter het altaar bestaat uit afzonderlijke grote delen, zowel twee- als driedimensionaal. Een reusachtige gestileerde duif – symbool voor de vrede en de Heilige Geest – met een opvallend oog is pontificaal op de zichtwand in het priesterkoor geschilderd. In Prinsenbeek wordt het werk ‘De duif met de bril’ genoemd. Hij was grijs, maar is later door de parochie blauwgrijs overgeschilderd.”
De schildering is feitelijk een sgraffito. Dit is een versieringswijze waarbij in de nog natte klei of engobe figuren of patronen worden gekrast, zodat de onderlaag die vaak een andere kleur heeft zichtbaar wordt.
Links van de duif is een kleurrijk rond mozaïek te zien. Voor het mozaïek is hoogstwaarschijnlijk een aparte gespecialiseerde kunstenaar aangetrokken. Zijn identiteit is echter onbekend. Volgens een parochiegids uit 1970 in het Stadsarchief Breda is dit “een voorstelling van de zon, het licht der wereld: Christus”.
Voor de achterwand staan twee vrijstaande ruimtelijke altaarsculpturen. De linker sculptuur omvat als het ware het ronde mozaïek op de wand daar achter.
De rechter sculptuur toont een gestileerde boomvorm of druivenrank. Volgens de parochiegids gaat het om “omhoogkringende wierook‐wolken”.
Tijdens een inventarisatie van kunst in de gemeente Breda stuitte kunsthistorica Bernadette van Hellenberg Hubar in 2016 al op het werk in Prinsenbeek. Ze is één van de grote specialisten op het gebied van kerkelijke schilderkunst en was verrast over de moderniteit van dit werk. Ze schreef er een artikel over en vroeg via social media om feedback bij collega’s, maar niemand kon het werk thuis brengen. Ze besloot het  kunstwerk in januari 2019 jaar op te nemen in de brochure ‘Monumentale kerkelijke schilderkunst tussen 1890 en 1980’, van de Rijksdienst Cultureel Erfgoed.
Veel bijzondere religieuze kunst in Nederland is nog niet goed op waarde geschat of zelfs al verdwenen door de sloop van kerkgebouwen. Meer aandacht daarvoor is dan ook van  groot belang. Jelsma -religieus erfgoed specialist uit Hilversum – besloot zich in het raadsel rond de herkomst van het werk vast te bijten en die zomer op zoek te gaan in de oude archieven van de parochie in het bisdom en in het Stadsarchief Breda, maar daarin bleek weinig te vinden over de kunst in Prinsenbeek. Het oude kasboek van de parochie bevatte wel een belangrijke aanwijzing. De vermelding van een betaling van 3500 gulden op 31 januari 1964 een paar maanden na de oplevering van de kerk aan G. de Morée uit Breda. Contact met de kleinzoon van Gerrit de Morée, keramist Patrick Horward uit Breda, bracht uitsluitsel. Hij vond een fotoarchief terug van het werk in Prinsenbeek van zijn grootvader met notities en een ontwerpschets en bouwtekening. Het was een bijzondere ontdekking. Gerrit de Morée was namelijk behalve beeldend kunstenaar van niveau ook een belangrijke man voor de regio. Hij was medeoprichter van de Bredase Kunstkring en van de huidige academie St. Joost, waar hij ook jarenlang doceerde. De academie meldde in 2020 nog dat de wandschildering in het Electron-gebouw het grootste nog bestaande werk van Gerrit de Morée was. Nu blijkt er een nog groter werk van hem te bestaan in Prinsenbeek. Werk dat voor een rooms-katholiek kerkinterieur ook nog eens bijzonder vooruitstrevend is.

Omschrijving: beeld van Antonius van Padua
Hoogte: ca. 1,5 meter
Materiaal: eikenhout
Locatie: linker beuk

Het verhaal:
Antonius sloot zich in 1210 aan bij de augustijnen in Lissabon. In 1212 verhuisde hij naar Coimbra om niet langer door familieaangelegenheden gestoord te worden in zijn geestelijke ontwikkeling. Onder de indruk gekomen van de eerste martelaren van de minderbroeders sloot hij zich in 1220 bij hen aan. Hij trok naar Noord-Afrika om daar het christelijk geloof te verspreiden onder de moslims. Later was zijn werkterrein Frankrijk en Italië. Waarschijnlijk werd hij in 1222 te Forlì tot priester gewijd. Veel mensen vonden door zijn toedoen de weg naar het katholieke geloof. Op last van Franciscus van Assisi doceerde hij theologie aan zijn medebroeders. In 1227 benoemde Johannes Parenti, de toenmalige generaal-overste van de minderbroeders hem tot provinciaal van de Romagna in Italië, waar hij van 1222 tot 1224 al predikend had rondgetrokken. In 1230 vroeg en kreeg hij ontslag omdat zijn gezondheidstoestand verslechterde. Hij stierf in 1231 en werd nog geen jaar later door paus Gregorius IX heilig verklaard. In 1946 werd hij als ‘leraar van het evangelie’ tot kerkleraar uitgeroepen.
Antonius is de patroonheilige van de Franciscanen, verloren voorwerpen, vrouwen en kinderen, armen, bakkers, mijnwerkers, het huwelijk, reizigers en verliefden en patroon tegen schipbreuk, de pest en koorts. Men bad tot hem tijdens het zoeken en op sommige plaatsen keerde men zijn beeld zolang naar de muur tot datgene wat men zocht teruggevonden was.
Rond zijn graf in Padua is de basiliek Basilica di Sant’Antonio gebouwd.
In Lissabon zou het kerkje Santo António à Sé gebouwd zijn op de plaats waar Antonius werd geboren. Hij is een zeer geliefde heilige in de Portugese hoofdstad. Sinds 1934 is Antonius een beschermheilige van Portugal en 13 juni is er een officiële feestdag.
Antonius is afgebeeld in Franciscanen habijt (of pij). De pij reikt tot de voeten en wordt bijeengehouden door een koord of leren riem. Aan het koord hangt links een ketting met een christuskruis en rechts een van de uiteinden van het koord met daarin drie knopen. Deze knopen staan symbool voor de Drie-eenheid (de Vader, de Zoon en de Heilige geest). In de rechterhand draagt hij een lelie en in de linkerhand een boek waar kind Jezus op zit.

Omschrijving: beeld van Gertrudis van Nijvel
Hoogte: ca. 1 meter
Materiaal: eikenhout
Locatie: linker beuk

Het verhaal:
Lange tijd was Gertrudis de parochieheilige van de kerk.
Gertrudis van Nijvel was een vroeg-middeleeuwse heilige en abdis. Ze is geboren in Landen (thans Vlaams-Brabant en overleed in Nijvel, nu Waals-Brabant) en groeide uit tot een van de belangrijke heiligen in het noorden van Gallië. Zij verbond de Pepiniden en later de Karolingen met het sacrale.
Gertrudis werd geboren als dochter van Pepijn van Landen, hofmeier van de koningen van Austrasië. Haar moeder was de heilige Ida van Nijvel en ze is een zuster van de heilige Begga.
Gertrudis genoot een zeer godvruchtige opvoeding. Reeds als jong meisje was ze van plan maagdelijkheid in dienst van God te stellen. Op een feest bij koning Dagobert I vroeg een prins haar ten huwelijk, maar zij weigerde met de woorden: “Ik heb als bruidegom gekozen de eeuwige schoonheid die de oorsprong is van de schoonheid van alle schepselen. Hij die oneindig veel rijkdommen bezit en door de engelen wordt aanbeden.”
Gertrudis wordt vaak afgebeeld met een of meer van de volgende attributen: een abdijkerk, boetekleed, staf, drinkbeker, muizen en een kat. Dit laatste attribuut is ontleend aan een seculiere context en heeft zich sinds het einde van de jaren negentig vooral via het internet verbreid. Op deze afbeelding is een muis op haar staf te zien.

Omschrijving: beeld van Maria van Egyptica
Hoogte: ca. 1 meter
Materiaal: eikenhout
Locatie: linker beuk

Het verhaal:
Maria van Egypte is een heilig persoon uit het christendom. Ze wordt vereerd als de patroonheilige van vrouwen die boete doen, vooral in de oosters-orthodoxe en oosters-katholieke kerken, in de Rooms-Katholieke en Anglicaanse Kerk.
De heilige Maria werd geboren in Egypte en vluchtte op de leeftijd van twaalf jaar naar Alexandrië. Sommige bronnen noemen haar een prostituee anderen vermelden uitdrukkelijk dat ze geen geld vroeg voor haar diensten.
Zeventien jaar later reisde ze met de pelgrims mee als marketentster naar Jeruzalem voor het feest van de kruisverheffing. Op een bepaald moment wilde ze de Heilige Grafkerk in Jeruzalem binnengaan maar werd verhinderd door een onbekende kracht. Ze vroeg vergiffenis voor haar levensstijl en bad tot een theotokos icoon van de heilige Maria buiten de kerk. Nu kon ze wel de kerk binnengaan. Een stem zei haar dat ze rust zou vinden als ze de Jordaan overstak. Dus vertrok ze naar het klooster van de heilige Johannes de Doper aan de oever van de Jordaan en ontving de communie. De volgende morgen trok ze zich terug in de woestijn met 3 broden en leefde de rest van haar leven in de woestijn.
Ongeveer één jaar voor haar dood vertelde ze haar leven aan de heilige Zosimas van Palestina die haar ontmoette in de woestijn. Ze was volledig naakt en bijna onherkenbaar. Ze vroeg Zosimas om haar zijn mantel toe te werpen en toen vertelde ze haar leven. Ze vroeg hem om het volgende jaar op Witte Donderdag terug te komen en haar de heilige communie te brengen. Zo gezegd zo gedaan en het volgend jaar liep ze over het water van de Jordaan om bij hem te komen en de heilige communie te ontvangen. Ze maakten een nieuwe afspraak en het volgende jaar maakte Zosimas opnieuw de twintig dagen lange tocht vanuit zijn klooster om haar te ontmoeten. Hij vond haar dood op de grond met een inscriptie in het zand waaruit hij begreep dat ze het vorig jaar na het innemen van de communie gestorven was en dat ze op miraculeuze wijze getransporteerd was naar de plaats waar hij haar vond met haar lichaam in goede staat. Hij begroef haar met de hulp van een passerende leeuw en vertelde het verhaal aan zijn medebroeders. Het verhaal werd mondeling overgeleverd totdat Sophronius het opschreef in de zevende eeuw.
Vaak wordt ze afgebeeld als naakte vrouw die bedekt wordt door haar lange haren; soms met de drie broden bij zich; ook wel met de leeuw die volgens de legende haar graf groef of met een doodskop (symbool van de vergankelijkheid).

Omschrijving: beeld van Maria Magdalena
Hoogte: ca. 1 meter
Materiaal: eikenhout
Locatie: linker beuk

Het verhaal:
Sint-Maria van Magdalena is een van de belangrijkste nieuwtestamentische personages. Zij wordt de ‘apostel der apostelen’ genoemd. In de vroege middeleeuwen werd Maria Magdalena voorgesteld als een constructie van diverse vrouwelijke figuren. In het esoterische christendom neemt zij een belangrijke plaats in.
Maria Magdalena (of Maria van Magdala) is een van de belangrijkste nieuwtestamentische figuren. Samen met andere vrouwen als Johanna en Susanna reist zij met Jezus mee en zorgt zij voor de noodzakelijke financiële ondersteuning. (Lucas 8,1-3; 23,49; Marcus 15,41; Mattheüs 27,55). Zij is ook getuigen bij de kruisiging en de graflegging van Jezus (o.a. Marcus 15,40.47; Johannus 19,25; Mattheüs 27,61).
Maria-Magdalena wordt vaak afgebeeld als voorname dame met zalfpot als attribuut of als zondares in boetekleed met doodshoofd en kruisbeeld.

Omschrijving: beeld van Barbara van Nicomedië
Hoogte: ca. 1,1 meter
Materiaal: eikenhout
Locatie: linker beuk

Het verhaal:
De H. Barbara is een christelijke heilige en martelares. Zij is een van de veertien Noodhelpers. Er is vrij weinig met zekerheid gekend over de heilige Barbara. Ook het jaar van haar dood is onzeker. Volgens de Historia sive legenda beatissime virginis Barbare ac martiris, geschreven door Johan van Wackerzeele (ca. 1350-ca. 1400), stierf zij de marteldood onder keizer Maximinus I Thrax, die regeerde van 235-238, maar volgens de Gulden legende stierf zij onder keizer Maximianus, die regeerde van 286-305.
Barbara zou gewoond hebben in Nicomedië in Klein-Azië. Haar heidense vader, Dioscurus, sloot haar op in een toren om haar te vrijwaren van de vele jongemannen die naar haar hand dongen. Ook liet hij een badhuis voor haar bouwen, zodat ze geen gebruik hoefde te maken van de openbare baden. Dit badhuis bevatte oorspronkelijk twee ramen, maar op verzoek van Barbara werden het er drie (zij had zich in het geheim tot het christendom bekeerd en wilde op deze manier de Heilige Drievuldigheid eren). Toen haar vader haar bekering bemerkte, liet hij haar folteren, maar ’s nachts genazen haar wonden op miraculeuze wijze. Uiteindelijk onthoofdde hij haar eigenhandig, maar werd daarop zelf door de bliksem dodelijk getroffen.
H. Barbara wordt in de regel afgebeeld met bouwwerk in haar hand of met een toren achter haar lichaam.  Bij deze afbeelding houdt zij in haar linkerhand een lelietak vast en in haar rechterhand een bouwwerk hetgeen symbool staat voor bouwactiviteiten.
H. Barbara is de beschermheilige van verschillende (gevaarlijke) beroepen waaronder dakdekkers, metselaars, bouwvakkers, torens en vestingen.
Andere beelden van H. Barbara in Breda zijn te zien in de Catharinakerk op het Begijnhof en aan de watertoren in de Speelhuislaan.

Omschrijving: beeld van Lucia van Syracuse
Hoogte: ca. 1 meter
Materiaal: eikenhout
Locatie: linker beuk

Het verhaal:
Volgens de legende leefde Sint-Lucia in de tijd van de christenvervolgingen door keizer Diocletianus (regeerde 284-305). Ze was de dochter van een Romeins burger in Syracuse, die jonge leeftijd was overleden. Haar moeder, Eutychia, leed al vier jaar aan dysenterie. Beide vrouwen brachten een nacht door biddend bij de tombe van de christelijke heilige Sint-Agatha, de beschermheilige van Catania. Aan het einde van de nacht verscheen de heilige voor Lucia in een visioen. De heilige voorspelde Lucia daarin dat zij de glorie van Syracuse zou worden, zoals Agatha dat van Catania was. Ook was haar moeder terstond op wonderbaarlijke wijze genezen.
Eutychia regelde een heidense echtgenoot voor haar dochter, maar Lucia haalde haar moeder over het huwelijk niet door te laten gaan en de bruidsschat als aalmoezen onder de armen te verdelen. Lucia had Christus als bruidegom gekozen en wilde eeuwig maagd blijven. De beoogde echtgenoot kwam op de hoogte van het uitdelen van de bruidsschat. Hij gaf Lucia daarop als christen aan bij de magistraat Paschasius. Deze verzocht haar een offer aan de keizer te brengen, wat ze weigerde. Daarop werd ze veroordeeld tot tewerkstelling in een bordeel, maar op wonderbaarlijke wijze bleken de wachters haar niet te kunnen afvoeren, ook niet nadat men een ossenspan had ingezet. Later probeert men haar levend te verbranden, maar ook van de brandstapel leek zij geen last te hebben. Daarop werd ze met zwaardsteken om het leven gebracht. De fatale wond zou zijn toegebracht door met een zwaard door haar hals te steken.
Een andere legende verhaalt hoe Lucia haar ogen verloor. Eén versie van dit verhaal is dat een heidense minnaar naar haar hand dong. Hij maakte haar een compliment over haar mooie ogen, waarna ze haar ogen uitstak en hem deze toezond op een schaal, met de boodschap haar verder met rust te laten. Op wonderbaarlijke wijze bleef ze echter in staat te zien. In andere versies van de legende worden haar ogen uitgestoken bij haar marteldood. Beide versies komen in heiligenlevens ouder dan de 14e eeuw niet voor en zijn daarom waarschijnlijk een latere toevoeging.
De naam Lucia is afgeleid het Latijnse lux, dat licht betekent. Dit komt terug in de naamdag 13 december, die in de oude, juliaanse kalender de kortste dag van het jaar was. Vanwege de legende over de uitgestoken ogen is Sint-Lucia de beschermheilige van blinden en opticiens. Daarnaast is ze de beschermheilige van elektriciens, prostituees en zieke kinderen. Ze wordt door katholieken aangeroepen voor genezing van slechtziendheid, halspijnen, blindheid en versterkte bloedingsneigingen.

Omschrijving: beeld van Sint Franciscus van Assisi
Hoogte: ca. 1 meter
Materiaal: eikenhout
Locatie: linker beuk

Het verhaal:
Franciscus is afgebeeld in habijt (of pij) van de door hem gestichte orde. Meestal is een pij donkerbruin of zwart gekleurd maar de Camaldulenzers hebben een witte pij en worden de witte Benedictijnen genoemd. De pij reikt tot de voeten en wordt bijeengehouden door een koord of leren riem. Aan het koord hangt links meestal een ketting met een christuskruis en rechts een van de uiteinden van het koord met daarin drie knopen. Deze knopen staan symbool voor de Drie-eenheid (de Vader, de Zoon en de Heilige geest). De stof is van iets dikkere, grove textiel met een hoofdkap.
Franciscus wordt vaak afgebeeld met de rechtervoet in sandalen vóór de linkervoet en de handen gekruist op de borst en in de handen een kruis (voorwerp van devotie).

Omschrijving: beeld van Maria met Jezuskind
Hoogte: ca. 1 meter
Materiaal: eikenhout
Locatie: rechts voorin de kerk

Het verhaal:
Maria werd onmiddellijk na haar dood in de hemel opgenomen en door God tot koningin gekroond. Ze heeft een kroon op haar hoofd en draagt een scepter. Een scepter (of schepter) is een staf, meestal voorzien van een dikker uiteinde aan de bovenkant, die geldt als machtsymbool van een godheid, koning of keizer en daarom tot de regalia behoort. Op haar arm draagt ze Kind Jezus.
Jezus draagt in zijn rechter hand een rijksappel. De rijksappel stelt de wereld voor. De persoon die het object in zijn hand heeft, de wereld dus bezit, stelt een vorst voor.
In de meimaand Mariamaand, op 15 augustus feestdag van Maria Ten Hemel Opneming en in de oktobermaand Rozenkransmaand wordt het beeld voorzien van een blauwe mantel. Deze traditie wordt in ere gehouden sinds 2013, toen het 50-jarig bestaan van het Kerkgebouw in Prinsenbeek werd gevierd. De mantel was een cadeau aan de Parochie.
Op de lange blauwe, glanzende Mantel zijn veel rozetten aangebracht welke zijn gemaakt van stof, afkomstig van dierbare kleding of andere herinneringslapjes van inwoners uit Prinsenbeek. Elke rozet heeft zijn eigen verhaal. Vandaar de naam “Allemans Mantel”. De meer dan 100 rozetten vormen een grote krans.

Omschrijving: beeld van Aloysius van Gonzaga
Hoogte: ca. 1 meter
Materiaal: eikenhout
Locatie: rechter beuk

Het verhaal:
Tegen de wil van zijn familie in trad hij toe tot de Sociëteit van Jezus. Daar studeerde hij filosofie en theologie. Tevens had hij veel zorg voor de zieken en voor het waardig begraven van de armen. Toen in Rome een pestepidemie woedde, liet Aloysius niet na de zieken te helpen. Hij was 23 jaar oud toen hij zelf ziek raakte en stierf.
Op 19 oktober 1605 werd hij door paus Paulus V zalig verklaard. Paus Benedictus XIII verklaarde hem heilig op 31 december 1726 tegelijk met Stanislas Kostka, die in 1568 op achttienjarige leeftijd was gestorven.
Hij is patroon van Castiglione delle Stiviere en Mantua; van de jeugd, studerende jeugd, van studenten; zijn voorspraak wordt ingeroepen tegen oogkwalen en de pest; patroon van beroepskeuze.
In de kunst wordt hij afgebeeld in toog en superplie; stralenkrans om het omlaag kijkend hoofd (volgens de overlevering zou hij steeds met neergeslagen hebben gelopen om te vermijden de blikken te kruisen van vrouwen); in zwijm vallend aan de voeten van zijn biechtvader; de eerste communie ontvangend uit handen van Sint Carolus Borromeus; met  kruisbeeld; doodshoofd en kroon aan zijn voeten; vorstelijke onderscheidingstekens; gesel bij hem of in zijn handen (de kwellingen die hij zich aandeed). Zijn attributen zijn een lelie, symbool van de kuisheid, een kruis, dat vroomheid en offergezindheid uitdrukt, een schedel, hetgeen zijn vroege dood aanduidt en een rozenkrans, als uitdrukking van zijn bijzondere devotie tot de Maagd Maria.
Bij dit beeld is het uitgerust met een lelietak in de linkerhand en een Christuskruis in de rechterhand.

Omschrijving: beeld van Jozef van Nazareth
Hoogte: ca. 1 meter
Materiaal: eikenhout
Locatie: rechter beuk

Het verhaal:
In de evangelieverhalen komt Jozef alleen voor in Jezus’ kindheidsverhalen (Matteus 01-02; Lukas 01-02). Hij is een afstammeling van David. Hij is timmerman (Matteus 13,55) en woont in Nazareth. Hij is een rechtschapen mens en hij zorgt goed en liefdevol voor Maria en haar kind. Meer weten we eigenlijk niet van hem.
Hij wordt vaak afgebeeld met staf waaraan lelies bloeien. Soms met winkelhaak en timmermansgerief, soms met Jezus op de arm en lelietak in de hand. Bij dit beeld houdt Jozef echter alleen een boek vast.

Omschrijving: beeld van Hubertus van Luik
Hoogte: ca. 1 meter
Materiaal: eikenhout
Locatie: rechter beuk

Het verhaal:
De heilige Hubertus van Luik, soms Huibrecht (655-727), was volgens de traditie de laatste bisschop van Maastricht en de eerste van Luik. Hubertus was een zoon van Bertrand, de hertog van Aquitanië en leidde een werelds leven. Hij ging naar het Neustrische hof van Theuderic III in Parijs, maar ging net als veel edelen, vanwege hofmeier Ebroin, naar het Austrasische hof in Metz. Daar werd hij hartelijk door hofmeier Pepijn van Herstal ontvangen en kreeg ook hier een hoge functie. Na de dood van zijn vrouw Floribanne, bij de geboorte van hun zoon Floribertus, trok hij zich terug in de Ardennen, waar hij zich aan het jagen overgaf.
Op Goede Vrijdag van het jaar 683 ging hij op jacht, hoewel dat een zeer oneerbiedige activiteit was op die dag. Hubertus bespeurde een groot hert en joeg erachteraan met zijn honden. Toen hij het hert bijna te pakken had en het dier zich naar hem toekeerde wilde hij het neerschieten. Op dat moment verscheen er een lichtend kruis tussen het gewei. Een stem zei hem naar Lambertus van Maastricht te gaan. Sint Hubertus staat nu bekend als patroonheilige van de jacht. Deze legende werd pas vanaf de 15e eeuw met het leven van Hubertus verbonden.
Hij is patroon van de jagers. Allerlei gebruiken zijn aan zijn feestdag verbonden. In het zuiden van ons land wordt er Hubertusbrood gebakken.
Op dit beeld wordt Hubertus afgebeeld met een boek op de linkerhand. Op dit boek ligt een hert.

Omschrijving: beeld van Koning David
Hoogte: ca. 1 meter
Materiaal: eikenhout
Locatie: rechter beuk

Het verhaal:
David was volgens de Hebreeuwse Bijbel de tweede koning van het Verenigd Koninkrijk Israël en stamvader van het huis van David, dat tot de 6e eeuw v.Chr. in Jeruzalem aan de macht zou blijven over het koninkrijk Juda. Hij regeerde veertig jaar van c. 1010 v.Chr. tot c. 970 v.Chr., waarvan zeven over Juda vanuit Hebron en 33 over het Verenigd Koninkrijk Israël vanuit Jeruzalem. Hij wordt beschreven als een rechtvaardige koning, hoewel hij niet foutloos was, een gewaardeerd krijger, muzikant en dichter, aan wie traditioneel vele Psalmen worden toegeschreven.
David is een zeer belangrijk persoon binnen het jodendom en christendom. In het jodendom en christendom is David een profeet, de koning van Israël en de Joden en een voorvader van de Messias. Volgens de evangelies van Matteüs en Lucas was hij via Jozef een voorouder van Jezus. In de islam heet hij Dawud en wordt hij beschouwd als een profeet en de koning van een natie.
Hij wordt meestal afgebeeld als koning (met kroon) met een harp, lier of citer in de hand (verwijzing naar het feit dat hij wordt beschouwd als psalmdichter en zanger); zo vindt met hem vaak op de ombouw van het orgel in de kerk.

Omschrijving: beeld van apostel Petrus
Hoogte: ca. 1 meter
Materiaal: eikenhout
Locatie: rechter beuk

Het verhaal:
Petrus was volgens het Nieuwe Testament een van de twaalf apostelen van Jezus en leiders in het vroege christendom. Oorspronkelijk heette hij Simon of Simeon. Jezus noemde hem in het Aramees Kefas, wat “rots” betekent en in het Grieks werd vertaald als Petros. Om die reden wordt hij ook wel als Simon Petrus aangeduid.
Het Nieuwe Testament telt twee brieven die worden toegeschreven aan Petrus, zie Eerste brief van Petrus en Tweede brief van Petrus.
In de Rooms-Katholieke Kerk wordt Petrus als de eerste paus beschouwd en wordt hij ook wel aangeduid als Sint-Pieter. Het ambt van paus wordt daarom ook wel “Petrusambt” genoemd. In het oosters christendom wordt Petrus als de eerste patriarch beschouwd.
In kunst en iconografie is Petrus vrijwel altijd te herkennen aan de sleutels van de hemel, die het Petrusambt symboliseren. Andere attributen zijn een omgekeerd kruis, visnet en een haan. Bij dit beeld zijn helemaal geen attributen weergegeven.

Omschrijving: beeld van heilige Familie
Hoogte: ca. 1 meter
Materiaal: eikenhout
Locatie: rechter beuk

Het verhaal:
De Heilige Familie is de christelijke benaming voor het gezin waarin Jezus werd geboren, bestaande uit Jezus, zijn moeder Maria en voedstervader Jozef. Het beeld van de Heilige Familie is voorwerp van een bijzondere devotie in de Rooms-Katholieke Kerk.
Jezus draagt in zijn linker hand een rijksappel. De rijksappel stelt de wereld voor. De persoon die het object in zijn hand heeft, de wereld dus bezit, stelt een vorst voor.
Jezus maakt met zijn rechter hand het zogenoemde ‘spreekgebaar‘. Het spreekgebaar is het opsteken van de rechterhand met de wijsvinger en de middelvinger naast elkaar gestrekt en de duim soms gevouwen over de naar binnen gebogen ringvinger en pink. Met dit gebaar geboden vroeger oratoren hun toehoorders tot stilte en aandacht. In moderne tijden dient het ter bevestiging van het uitspreken van of instemmen met een eed. In sommige landen wordt voor dit laatste de opgestoken open hand gebruikt.

Omschrijving: beeld van Heilig Hart
Hoogte: ca. 1,7 meter
Materiaal: ebben?hout
Locatie: rechter beuk

Het verhaal:
In de zeventiende eeuw had Margaretha Maria van Alacoque een aantal verschijningen, waarbij Jezus haar zijn Heilig Hart toont en haar een aantal beloftes deed voor degenen die het Heilig Hart in ere houden. Aan het eind van de negentiende eeuw bloeide de devotie voor Jezus Heilig Hart op. Het Hart van Jezus wordt in de kerkkunst gewoonlijk afgebeeld als een geopende borstkas met daarin een bloedrood hart met een vlam. Het hart staat voor de persoon van Christus’ Leven en Lijden, terwijl de vlam de Liefde en Barmhartigheid representeert.
Heilig Hartbeelden komen voor in kerken, kloosters(tuinen) maar ook in woonwijken. In de gemeente Breda zijn maar liefst 11 Heilig Hartbeelden te vinden. Meestal zijn de beelden in wit steen of marmer gemaakt. Heilig Hartbeelden komen frequent voor in de katholieke streken.

Omschrijving: beeld van Johannes de Doper
Hoogte: ca. 30 cm
Materiaal: messing
Locatie: links op het priesterkoor

Het verhaal:
Dit kleine beeldje staat onder de doopvont.
Het belangrijkste aspect van Johannes’ bediening komt tot uitdrukking in zijn opvallende bijnaam: “Doper”, afgeleid van “onderdompelen”. Johannes voltrok een reinigingsritueel waarbij de dopeling volledig in het stromende water van de Jordaan werd ondergedompeld. Dit ritueel bleek een identificerend kenmerk van de “Doper” te zijn geweest.
Onlosmakelijk verbonden met het “onderdompelen” was zijn predikings- of verkondigingsactiviteit. Pas na de eraan voorafgaande inkeer en bekentenis werd de betekenis van de doophandeling geldig. Johannes voltrok een doop “om zo vergeving van zonden te verkrijgen”. Daarmee vervulde hij wat over hem in zijn vaders benedictus al was voorspeld, namelijk dat hij voor de Heer uit zou gaan “om zijn volk bekend te maken met hun redding door de vergeving van hun zonden”. Dat is niet meer of minder dan een combinatie van profetische en priesterlijke volmacht.
Zijn gerichtsprediking en doopactiviteiten waren Johannes’ belangrijkste activiteiten.

Omschrijving: beeld van Maria
Hoogte: ca. 50 cm
Materiaal: eikenhout
Locatie: kapel

Het verhaal:
Maria vertrapt de kop van een slang, de overwinning van de zonde. De slang is het symbool van het kwaad. De beeltenis is grotendeels gebaseerd op de Openbaring van Johannes, waar staat: “Er verscheen een groot teken aan de hemel: een vrouw, bekleed met de zon, de maan onder haar voeten” (Openbaring. 12, 1) en het verhaal op van de zondeval uit Genesis, waar God tegen de slang zegt: “Vijandschap sticht ik tussen u en de vrouw, tussen uw kroost en het hare. Het zal uw kop bedreigen, en gij zijn hiel” (Genesis 3, 15).

Naam: Intercambia Ixtaltepec
Omschrijving: figuratief beeld van hoofd
Hoogte: ca. 50 cm
Materiaal: eikenhout
Opschrift: zie hieronder
Locatie: kapel

Het verhaal:
Opschrift:  Intercambia Ixtaltepea Prinsenbeek Onder bescherming van O.L.V. ten Hemelopneming. Verkregen via de uitwisseling met het bisdom Tehuantepec in Mexico. (Er staat een typefout op het kaartje: Ixtaltepea moet Ixtaltepec zijn).
Jarenlang had de parochie Maria ten Hemelopneming een vriendschapsband met de parochie van Ixtaltepec waar padre Gabriël pastor was. In beide parochies bestond een zeer actieve groep die de Intercambio, de onderlinge verbondenheid, onderhield. Over en weer is veel ervaring uitgewisseld en waar nodig is hulp geboden. Voor uitwisseling zorgde pastor Schakenraadfonds.
Ixtaltepec ligt in een arme en niet altijd veilige regio in zuid-west Mexico. Meerdere keren zijn diverse mensen uit de parochie in Mexico geweest. Maar ook vanuit Mexico heeft men Prinsenbeek bezocht.
Het bijzondere beeld dat nu in de kapel staat is onder andere een geschenk van de Mexicanen. In de loop der jaren ontstond een steeds hechtere band tussen Piet Schakenraad en padre Gabriël. Meerdere keren bezocht hij Gabriël in Mexico. Zij hadden dezelfde visie en pastorale inzet.
Padre Gabriël overleed aan corona. Helaas is de Intercambio ten gevolge van het wegvallen van mensen en overplaatsing van padre Gabriël gestopt. Maar degenen die lid van de Intercambio zijn geweest, bewaren heel goede herinneringen en onderhouden nog steeds persoonlijke contacten en vriendschappen.

Omschrijving: glas-in-lood venster
Kunstenaar: Louis de Swart – RKD
Afmeting ca. 2×2 meter
Jaar: 1957
Materiaal: glas-in-lood met gebrandschilderd glas
Locatie: dagkapel

Het verhaal:
Het glas-in-lood raam komt oorspronkelijk van de kleuterschool “De Engelbewaarder” aan de Schoolstraat in Prinsenbeek. Na het afbreken van deze kleuterschool heeft dit glaskunstwerk een plaats gekregen in de kerk. Na de laatste verbouwing van de kerk heeft het een mooie plaats gekregen in de dagkapel.
Op de voorstelling zien we is een engelbewaarder de patroon van de kleuterschool. In februari 1957 is dit glas-in-loodarm geplaatst in de hoge raampartij van het trappenhuis in de kort daarvoor verbouwde kleuterschool. Deze verbouwde Kleuterschool de Engelbewaarder is op 27 februari 1957 ingezegend.
De Engelbewaarder met het zwaard in zijn hand staat voor afweer van het kwaad. De Duiven linksboven zijn de vredebrengers. De Bloemen rechtsboven zijn het symbool van de kinderlijke blijdschap.