Frontons

Aanvullingen en correcties over kunst en beelden in de gemeente Breda worden zeer gewaardeerd. U kunt uw informatie zenden naar het emailadres als vermeld op de pagina INFO / CONTACT
Laatste update van deze pagina 26-10-2020

Bij een historische stad als Breda horen mooie gevels met ornamenten, beelden, wapenschilden en dergelijke. Gelukkig hebben we talrijke sierlijke en kunst waardige gevels in Breda.
Veelal zijn de gevels door een kunstenaar ontworpen of in opdracht van de architect door een kunstatelier vervaardigd. Hierdoor is niet altijd eenduidig te bepalen of het kunst betreft of niet. In ieder geval heeft het raakvlakken met kunst. In bijna alle gevallen zijn de voorwerpen uniek. Hier mee wordt bedoeld dat er maar één van is gemaakt en dat is nou net een van de definities van (echte) kunst.

Een fronton is de bekroning van een gevel, venster of ingang in driehoeks- of segmentvorm. In de Klassieke Bouwkunst (Grieken en Romeinen) werd het fronton vaak in de voorgevel gebruikt om de ingangspartij te benadrukken. Gebouwen die later zijn gebouwd in een classicistische en neoclassicistisch stijl, hebben vaak een fronton.
Een greep uit de beperkte maar mooiste frontons.

Cingelstraat a1 (1024x678)

Omschrijving: gevelornament
Hoogte: ca. 1,2 meter
Breedte: ca. 5 meter
Jaar: 1790
Materiaal: natuursteen
Status: rijksmonument 10236
Locatie: Cingelstraat

Het verhaal:
Dit prachtige ornament bevindt zich aan de gevel van de voormalig KMA gouverneurswoning 1828-1923. Van 1956 tot en met 1992 was er het Volkenkundig Museum Justinus van Nassau gevestigd. Tegenwoordig is het een appartementencomplex.
Justinus van Nassau – de persoon, het pand en het museum
Bouwperiode: 1601-1606.
Huidige vorm dateert van 1790: verbouwing door vestinggouverneur prins Willem Frederik (de latere koning Willem I). In 1790 uit- en inwendig geheel gewijzigd en gepleisterd. Uit de bouwtijd dagtekent nog het benedendeel van de uitspringende achtkante hoektoren; van 1790 de door motieven in Lodewijk XVI stijl versierde en gebosseerd gepleisterde ingangspartij en de door een fronton, waarin een leeuw met krijgsattributen, gedekte middenrisaliet aan de Cingelstraat.
Naamgever: Justinus van Nassau (1559- 1631), Bredase bastaardzoon van Willem van Oranje, lt.-admiraal, dan gouverneur vesting Breda (1601-’21), dan Leids wetenschapper.
1795-1802: pand is kazerne en hospitaal.
1803-1811: pand is zetel Breda van het Departementaal Gerechtshof van Brabant.
Beroemdste bezoeker: Napoleon Bonaparte, hij hield hier korte audiëntie op 6 mei 1810.
1828-1923: ambtswoning gouverneur KMA.
1905: KMA begint met aanleg van collectie inheems wapentuig uit Nederlands-Indië.
1926: Etnografische verzameling KMA (‘Indische Museum’) in Justinus ondergebracht.
1938: collectie: Ned.-Indië + Nw.-Guinea.
1956: dependance Rijksmuseum voor Volkenkunde te Leiden; uitbreiding collectie (inheemse voorwerpen uit de hele wereld).
1957: Justinus… etc. nu ook museumnaam.
1962-’66: grote verbouwing en uitbreiding.
1970 (12 okt.): heropening door prins Claus.
1992 (31 dec.): museumsluiting.
2001: restauratie en verbouwing pand tot huidige luxe appartementencomplex.
Het ornament vertoont best veel overeenkomsten met het timpaan op de stadshouderspoort van de KMA die er schuin tegenover ligt. Op de afbeelding zien we een leeuw met militaire attributen zoals pijlen, een schild, een hoorn en een trommel. De leeuw houdt 7 pijlen vast. Dit is vastgelegd bij het Koninklijk Besluit van 10 juli 1907. De 7 pijlen staan voor de Zeven Provinciën waaruit de Nederlanden ontstaan zijn in 1579. Deze leeuw heeft echter maar 6 pijlen vast. Dit komt omdat de afbeelding is gemaakt voordat het Koninklijk Besluit werd genomen. De beeldhouwer hoefde zich toen nog niet aan de regels te houden.

KMA gebouw C wp

Omschrijving: timpaan met versiering (replica)
Hoogte: ca. 60 cm
Breedte: ca. 2,5 meter
Materiaal: steen
Inscriptie: JE MAINTIENDRAI en HONI SOUT MAL Y PENSE
Locatie: Stadhouderspoort gebouw C grachtzijde

Het verhaal:
Dit rijk versierde timpaan bevindt zich boven de entree van de neveningang ter plaatste van de loopbrug aan het Kasteelplein. Het ornament is opgebouwd uit 7 panelen die beschilderd zijn. Dit Timpaan is niet afkomstig van de voormalige Bosschepoort, zoals wel eens wordt gezegd. De leeuwen daar kijken andere kanten op en hebben hoedjes.
Bij het onderzoek in 2002 van het timpaan bleek dat er weer nodig een restauratieslag gemaakt moest worden. Na een traject van diverse adviezen, kostenraming, vergunning en tussentijdse bijstellingen is de terracotta beeltenis in 2007 gerenoveerd. Helaas niet gerestaureerd, daar van het oorspronkelijk materiaal (na restauratie in de 20e eeuw) nog geen 50 % meer over was.
Het kleurenonderzoek op het destijds gerestaureerde origineel heeft geen gegevens opgeleverd om de oorspronkelijke kleuren te achterhalen. Met steun van de Raad van Adel zijn de heraldische wapenkleuren van de Nassaus bepaald. De overige kleuren bleken vrij van keus. RACM (Rijksdienst Archeologe, Cultuurlandschap & Monumenten) is niet tot een advies kunnen komen op basis van mogelijke historische feiten. Wel heeft RACM de kleur- en pigment adviezen ondersteund. Tevens heeft de ervaringsdeskundige van ICN mede geassisteerd. Uit het onderzoek konden geen feiten gevonden worden die de vlaggen betroffen. Zijn het gewestelijke vlaggen of Regimentsstandaarden? Zolang hier geen antwoord op komt blijven ze wit.
Deze replica is vervaardigd van gietmortel door middel van siliconen gietmallen van het origineel. De oorspronkelijke vulling heeft nu een bestemming in de expositieruimte van het Koningin Wilhelmina paviljoen.
In het midden van de afbeelding zien we het wapenschild Willem III van Oranje Nassau. De afbeelding is verder versierd met wat vreemd uit de ogen kijkende leeuwen, kanonskogels, kanonnen, wapens en trommels. Het standbeeld van Willem III 100 meter verder op het Kasteelplein toont hetzelfde wapenschild dat voorzien is met de tekst “Honi soit qui mal y pense”. In het wapen is de Britse Orde van de Kousenband verwerkt.
In het Verenigd Koninkrijk is een kostbaar uitgevoerde kousenband met het opschrift “Honi soit qui mal y pense” het onderscheidingsteken van een hoge ridderorde, de Orde van de Kousenband. Dit ereteken wordt ook tegenwoordig nog gedragen, want de heren dragen aan het Britse hof nog steeds ouderwetse kniebroeken met kousenbanden.
De oorsprong van de in oud-Frans gestelde spreuk, die in het Nederlands vertaald “Schande aan hem die er kwaad van denkt” luidt, zou zijn terug te voeren naar een incident tijdens een bal in 1344. De kousenband van de Gravin van Salisbury (des konings schoondochter, Joan van Kent) zakte af en koning Eduard III was zo galant om deze weer om haar been te gespen. (In een andere versie zou Eduard de kousenband hoffelijk om zijn eigen been gedaan hebben, zeggende “Honi soit qui mal y pense”).
Tegen de hovelingen zou hij hebben gezegd dat hij “van deze kousenband het meest gerespecteerde symbool in de christenheid zou maken”. Daarop stelde hij een toernooigezelschap in dat uit twee maal twaalf Ridders bestond.
In de vele honderden jaren na de oprichting van de zeer selectieve Orde van de Kousenband zijn er een indrukwekkend aantal leden bij gekomen, waaronder ook leden van het geslacht Oranje en Oranje-Nassau. Het merkwaardige is dat de Vader des vaderlands, Willem I Prins van Oranje niet werd uitgenodigd toe te treden tot de Orde van de Kousenband. De eerste van de Oranjes die werd geridderd in de Orde van de Kousenband was Prins Maurits van Oranje. Daarna volgenden er meer.
In 1989 ontving de toenmalige koningin Beatrix de orde.
In 2018 werd koning Willem Alexander tot Ridder in de Orde van de Kousenband benoemd (in het Engels: Most Noble Order of the Garter) tijdens een staatsbezoek door de Britse koningin Elizabeth. De Britse koningin staat aan het hoofd van de Orde en beslist wie mag toetreden. Op 17-6-2019 werd bij een besloten ceremonie in de Sint Georgekapel op Windsor Castle een kousenband om zijn linkerbeen gegespt. De Spaanse koning Felipe werd eveneens op deze dag geridderd. Tijdens de ceremonie droegen de nieuwe leden de gebruikelijke traditionele kleding met een gouden halsketting, blauwe mantel, zwarte hoed en witte pluim.
Naast leden van de Britse koninklijke familie telt de orde 24 ridders en dames, die zijn benoemd voor hun verdiensten voor het algemeen belang. Daarnaast zijn er “boventallige” ridders, onder wie buitenlandse staatshoofden zoals onze eigen koninklijke leden. Vanwege hun status krijgen zij hem min of meer “automatisch”.