Gevels

Aanvullingen en correcties over bijzondere kunstgevels in de gemeente Breda worden zeer gewaardeerd. U kunt uw informatie zenden naar het emailadres als vermeld op de pagina INFO / CONTACT
Laatste update van deze pagina 9-11-2023

Bij een historische stad als Breda horen mooie gevels met ornamenten, beelden, wapenschilden en dergelijke. Gelukkig hebben we talrijke sierlijke en kunst waardige gevels in Breda. Naast historische gevels zijn er ook enkele moderne gevelversieringen die meer dan noemenswaardig zijn.
Veelal zijn de voorwerpen door een kunstenaar ontworpen of in opdracht van de architect door een kunstatelier vervaardigd. Hierdoor is niet altijd eenduidig te bepalen of het kunst betreft of niet. In ieder geval heeft het raakvlakken met kunst. In bijna alle gevallen zijn de voorwerpen uniek. Hier mee wordt bedoeld dat er maar één van is gemaakt en dat is nou net een van de definities van (echte) kunst.
Een greep uit de mooiste gevels. Veel het de status van Rijksmonument.

Naam: Koppen op Koppen
Omschrijving: 7 ‘schoon metselwerken’ in gevel
Architect: Ir. J. Derks
Hoogte: ca. 2,5 – 2, 7 meter
Jaar: ca. 1980
Materiaal: beton (ingemetseld)
Montagehoogte: ca. 7 meter in appartementencomplex
Locatie: Arenberglaan 436, 456 en 492 Olmenbroek 1 en 2, Wilgenbroek 120 en 277

Het verhaal:
Omdat alle gebouwen zo sterk op elkaar leken, zijn op verzoek van de bewoners 10 verschillende koppen aangebracht op de kopgevels van evenzoveel huizenblokken. Het ontwerp kwam van de architect zelf, die zo enige variatie aanbracht in zijn eigen architectuur. De koppen zijn samengesteld uit standaard betonelementen.
Aanvankelijk waren deze kunstwerken niet geschilderd en ietwat saai op de gevel aanwezig. In 2011 zijn de kunstwerken vrolijk geschilderd.

Catharinastraat 93 1024

Omschrijving: gevelsteen met tekst en figuur 
Materiaal: steen
Hoogte: ca. 25 cm (beeldje)
Jaar: 1931
Opschriften: zie hieronder
Status: Rijksmonument NR 10120
Locatie: Catharinastraat 91 N51 35.373 E4 46.773

Het verhaal
Deze gevelsteen bevindt zich boven de poort naar het Kapucijnenhof. Op de steen is te lezen: “ALHIER WAS IN 1831 GEVESTIGD HET HOOFDKWARTIER VAN HET MOBIELE LEGER ONDER BEVEL VAN PRINS (F)REDERIK DER NEDERLANDEN DIE MET ZIJN CHEF VAN DEN CENTRALEN STAF LUITENANT GENERAAL J. V.
BARON DE CONSTANT REBECQUE OP DEZE PLAATS DEN TIENDAAGSCHEN VELDTOCHT VOORBEREIDDE WELKE ALHIER OP 2 AUGUSTUS 1831 AANVING ONDER HET OPPERBEVEL VAN PRINS WILLEM VAN ORANJE”.
De ‘F’ van de naam Frederik is niet zichtbaar waardoor nu alleen nog maar Rederik is te lezen.
Meer info over de 10 daagse veldtocht: Wikipedia, Historisch Nieuwsblad, Defensie en Legermuseum.

Ceresstraat 13 a wp

Omschrijving: reliëfsteen met brouwersvak afbeelding
Kunstenaar: Joop van Lunteren – RKD
Hoogte: 2,8 meter
Breedte: 4 meter
Jaar: 17 december 1927
Materiaal: steen
Status: Rijksmonument 518940
Locatie: Ceresstraat 13

Het verhaal:
Het kantoor van de voormalige bierbrouwerij De Drie Hoefijzers is ontworpen door het Bredase Architectenbureau Bilsen & Zoon in de stijl van de Amsterdamse School. Volgens Wikipedia zou de bouwstijl Nieuwe Haagse School zijn, dat zijn onderscheidt van de Amsterdamse School door haar strakke vormgeving en van het Nieuwe Bouwen door haar luxueuze uitvoering.
Deze gevelsteen bevindt zich aan de voorgevel van een gebouw. Het bevat een gestileerde voorstelling van het brouwersvak; gerst aan de ene en hopranken aan de andere zijde. Daar tussenin water, tezamen met de grondstoffen voor de brouwerij. Boven het water een vliegwiel en bliksemschichten als symbool van de stoom- en elektriciteitskracht in een bedrijf. Daarboven de genius van de mens die deze elementen beheerst en ordent.
Op 29 mei 2004 werd de brouwerij gesloten en op een paar gebouwen na geheel gesloopt.

Ceresstraat 13 c (1024x755)

Omschrijving: reliëfsteen met verwijzing naar de Drie Hoefijzers
Kunstenaar: Joop van Lunteren – RKD
Hoogte: 2,8 meter
Breedte: 4 meter
Jaar: 17 december 1927
Materiaal: steen
Status: Rijksmonument 518940
Locatie: Ceresstraat 13

Het verhaal:
Het kantoor van de voormalige bierbrouwerij De Drie Hoefijzers is ontworpen door het Bredase Architectenbureau Bilsen & Zoon in de stijl van de Amsterdamse School. Volgens Wikipedia zou de bouwstijl Nieuwe Haagse School zijn, dat zijn onderscheidt van de Amsterdamse School door haar strakke vormgeving en van het Nieuwe Bouwen door haar luxueuze uitvoering.
Deze gevelsteen bevindt zich aan de achterzijde van een gebouw.
Op 29 mei 2004 werd de brouwerij gesloten en op een paar gebouwen na geheel gesloopt.

Ceresstraat 13 b wp

Omschrijving: gevelsteen met het logo van de Drie Hoefijzers
Kunstenaar: Joop van Lunteren – RKD
Diameter: 1,6 meter
Materiaal: steen
Status: Rijksmonument 518940
Locatie: Ceresstraat 13

Het verhaal:
In 1538 richtte Hendric van den Corput een brouwerij op met de naam “Den Boom”. In 1628 werd de brouwerij hernoemd naar De Drie Hoefijzers, de naam van de tegenover de brouwerij gelegen smidse De Drij Hoefijssers. Na enkele malen verkocht te zijn, kwam de brouwerij in 1807 in handen van Johan Nicolaes Smits. Diens achterkleinzoon Franciscus Henricus Maria Smits (1842-1890) trouwde op 9 september 1863 met Philomena Maria Coletta Petronella van Waesberghe (1837-1901) waardoor de firmanaam F. Smits van Waesberghe ontstond. In 1887 werd aan de tegenwoordige Ceresstraat een nieuwe brouwerij gebouwd die uitgroeide tot een der belangrijkste van Nederland. Het logo van Smits van Waesberghe verdween eind jaren 30 van de 20e eeuw om plaats te maken voor het Drie Hoefijzers logo.
In 1968 fuseerde de brouwerij met de Rotterdamse brouwerij Oranjeboom. Het bedrijf viel onder de Nederlandse tak van het Britse Allied Breweries en had als naam: Verenigde Bierbrouwerijen Breda-Rotterdam B.V. De Bredase brouwerij ging nu het pils Oranjeboom brouwen.
Op 6 februari 1995 nam het Belgische concern Interbrew de Verenigde Bierbrouwerijen over, omdat Allied niet langer in continentale brouwerijen was geïnteresseerd. Dit bedrijf, later Inbev geheten, verplaatste de productie naar de brouwerij van Dommelsch en naar Belgische brouwerijen. Op 29 mei 2004 werd de brouwerij van Oranjeboom in Breda gesloten. Dit ging ook ten koste van het bedrijfsmuseum Het Fust, dat in 1996 nog was heringericht. Het brouwerijcomplex werd grotendeels gesloopt en het museum werd opgeheven. Het oude kantoor is een monumentaal pand en Industrieel erfgoed.
Op het terrein van de brouwerij werd van 2007-2012 een nieuwe woonwijk gebouwd die eveneens Drie Hoefijzers heet.

Pastoor Dekkersstraat wp

Omschrijving: reliëf van bakstenen in gevel
Hoogte: ca. 4 meter
Materiaal: bakstenen
Locatie: Pastoor Dekkersstraat / Dr. Struyckenstraat

Het verhaal:
In deze gevel is met bakstenen een reliëf aangebracht van een prieeltje. In het prieeltje zijn twee mensen waar te nemen. De afbeelding laat de fantasie de vrije loop. Wat ziet U er in?
Het is vrij zeldzaam dat er in gevels met bakstenen afbeeldingen worden aangebracht.
Bij de redactie is niet bekend waarom juist hier een afbeelding van een prieeltje is aangebracht.

Naam: Zonnelied
Omschrijving: gevel reliëf met Bijbelse voorstelling van Franciscus van Assici
Kunstenaar: Henri van Haaren – RKD
Hoogte:
Jaar: 1954
Materiaal: kalksteen
Status: rijksmonumnent 528718
Locatie: Klokkenberg, Galderseweg 91

Het verhaal:
In de voorgevel van het hoofdgebouw bevindt zich een gevel reliëf met een afbeelding van het Zonnelied van Franciscus van Assisi.
Franciscus verbleef het grootste deel van zijn leven in zijn geboortestreek Umbrië in midden Italië. Grote bekendheid kreeg hij met zijn preken en hymen. Het loflied van de schepselen, het Zonnelied (‘Loflied van de schepselen, il Cantico delle Creature’) schreef hij rond 1224. Deze ode aan de schepper en aan de hele geschapen natuur is hier weergegeven door de heilige te omgeven met afbeeldingen van dieren, planten en bloemen. Het tafereel wordt geschraagd door afbeeldingen van in de natuur werkende mensen. Vanwege zijn betrokkenheid bij dieren is Franciscus patroon van de dierenbescherming en wordt op zijn naamdag, 4 oktober, dierendag gevierd. Inmiddels is hij ook uitgeroepen tot patroonheilige van een leefbare wereld en de milieubeweging.
Franciscus houdt zijn handen in de orantehouding. De orantehouding is een christelijke gebedshouding waarbij men de armen symmetrisch uitstrekt en de geopende handen opheft tot op oorhoogte, terwijl men de ellebogen dicht bij de romp van het lichaam houdt. Bij deze afbeelding houdt Franciscus de handen echter niet op oorhoogte maar op heuphoogte. De orante gebedshouding werd veelvuldig in de vroegchristelijke kunst afgebeeld en wordt ook vandaag gebruikt, zowel door priesters als door leken.

Omschrijving: gevel reliëf met Bijbelse voorstelling
Kunstenaar: Niel Steenbergen – RKD
Hoogte: ca. 1 meter
Jaar: 1954
Materiaal: kalksteen
Locatie: Klokkenberg, Galderseweg 91

Het verhaal:
Boven de ingang van de kerk is deze Bijbelse voorstelling te zien. Op de afbeelding zien we Jezus Christus die een boek vasthoudt. Linksboven staat een arend, linksonder een leeuw met vleugels, rechtsboven een engel en rechtsonder een stier met vleugels. Alle vier figuren houden een gesloten boek vast. De 4 figuren staan voor resp.: Johannes, Marcus, Mattheüs, en Lucas, de 4 evangelisten. Een evangelist is letterlijk de brenger van een evangelie (“goede boodschap”). In de beeldende kunst worden deze 4 evangelisten sinds de vierde eeuw niet alleen afgebeeld in de vorm van menselijke gedaanten, maar ook als symboolgestalten. Deze laatste werden geïnspireerd door de visioenen in de Bijbelboeken Ezechiël 1 en Openbaring 4. Hierin wordt de apostel Johannes weergegeven als adelaar, Lucas als stier (of als os of als kalf), Marcus als leeuw en Mattheüs als engel (of als mens). Deze weergave, ook wel tetramorf genoemd (uit het Grieks: vier vormen), is waarschijnlijk van Syrische oorsprong.
Boven het ornament is in de gevel de tekst ‘DOM‘ weergegeven. DOM betekent “Deo optimo (et) maximo”, dat wordt vertaald als “(gewijd) aan de beste en grootste God”. Deus optimus maximus was een nomen sacrum (“heilige naam”) in de Romeinse godsdienst, gegeven aan belangrijke goden zoals Jupiter. Het werd door het christendom overgenomen. De uitdrukking, vaak afgekort tot D.O.M., wordt ook teruggevonden op vele kerken en andere gebouwen uit de renaissance, vooral in Italië. Het zou het motto worden van de benedictijnen (“Voor de opperste grootste god”). Het wordt dan ook op de flessen van benedictijnse bieren geschreven. Het wordt ook geregeld op grafzerken (epitaaf) vermeld (“aan de opperste grootste God”). De vertaling van het Latijnse Domus is ‘huis’. In het christendom wordt een DOM gezien als een belangrijke kerk, denk maar aan de Dom van Utrecht en de Dom van Keulen.
Aan de gevel van de Sint-Laurentiuskerk aan de Ginnekenweg 333 bevindt zich een soort gelijke afbeelding.

Grote Markt 19 a (1024x635)
Grote Markt 19 b (1024x739)
Grote Markt 19 c (1024x781)

Naam: Sint Joris en de Draak
Omschrijving: diverse afbeeldingen op voorgevel
Kunstenaar: Walter Pompe – RKD
Jaar: 1772
Materiaal: kalksteen
Status: Rijksmonument 10154
Locatie: Vleeshal / Boterhal, Grote Markt 19

Het verhaal (van boven naar beneden):
In de periode 1561 tot met 1700 waren in Breda drie schuttersgilden actief: St. Joris, St. Sebastiaan en de Kloveniers. Het St. Joris gilde hanteerde de kruis- of voetboog en dateert al van vóór 1397. Hun gildekamer bevond zich in eerste instantie boven de stadswaag. Het gilde van St. Sebastiaan, dat schiet met de handboog, werd in 1547 opgericht. Het jongste gilde, de kloveniers, werd in 1561 door Willem van Oranje heropgericht na een kort bestaan in de zestiende eeuw. Ze schoten met kolven en later musketten.
De schuttersgilden in de stad hebben van oudsher een bijzondere band met de heer van Breda. Het is de prins van Oranje-Nassau die in zijn functie van Heer van Breda toestemming verleende tot het oprichten van schuttersgilden, maar het ging verder dan dat. De schutters mochten bijvoorbeeld uit de bossen van de Heer van Breda de schuttersboom halen, de boom werd waarschijnlijk in zijn eer oranje geschilderd en de Heer van Breda kwam af en toe naar het koningsschieten, een wedstrijd waarbij ze schoten op een nepvogel in een boom, waarna de winnaar een jaar de titel ‘koning’ van het gilde droeg.
De schuttersgilden in Breda hadden het moeilijk in die jaren. De stad is zes keer heen en weer geslingerd tussen de Oranje-Nassaus en de Spaanse koning (1568, 1577, 1581, 1590, 1625 en 1637). De hertog van Alva heeft na de inname van Breda in 1568 zelfs alle schuttersgilden in de stad opgeheven. Pas na 1617 kwam er een opleving voor de schutterijen.
Het St. Jorisgilde is na de komst van de Spanjaarden hun gildekamer boven de stadswaag kwijtgeraakt, maar kreeg er een plaats in de nieuwe Vleeshal voor terug. Op 8 mei 1617 werd de nieuwe Vleeshal op de Grote Markt in gebruik genomen en werd de bovenverdieping afgestaan aan het heropgerichte voetboogschuttersgilde van St. Joris.
Het monumentale pand was oorspronkelijk een particuliere woning “Het witte lam” genaamd.
Na een verbouwing in 1772 kwam er een afbeelding van St. Joris met de draak en de spreukband Anno MDCCLXXII bovenaan de voorgevel. Het volledige verhaal van Joris en de Draak lees je hier.
Het verhaal van Joris en de Draak is al eeuwenoud en bekend in veel landen. In de 700 jaar oude kathedraal Storkyrkan in het historische centrum Gamla Stan van de stad Stockhold staat een prachtig mooi beeld uit 1489 van Joris en de Draak.
De St. Jorisgilde had een altaar in de Grote Kerk. Nog altijd zijn de wapenschilden en gildekopjes op de muur aanwezig, weliswaar beschadigd, want ook dit werd beschadigd tijdens de beeldenstorm van 1566.
Joris en de draak is ook de naam van de houten achtbaan op de Efteling, die in 2010 de oude Gegasus verving.
Het verhaal van Joris en de Draak is gebaseerd op het Bijbelverhaal van aardsengel Michaël, die eveneens in gevecht is met een draak.
Tussen de 2 ramen op de eerste verdieping bevindt zich een afbeelding van een kruisboog. Circa 1850 werd het Schuttersgilde opgeheven.
In 1617 werd het gebouw gebruikt als vleeshal. Alleen op deze plaats mocht nog vlees worden verkocht. De 2 runderkoppen op de eerste verdieping en de 3 koppen onder het fronton zijn gemaakt door de steenhouwer Melchior van Herbach en verwijzen naar de vleeshal. Let op de worsten die aan de horens hangen van het rund.
In 1861 werd er een boterhal gevestigd. In 1864 werden van de bovenverdieping twee woonhuizen gemaakt. Onder het fronton verscheen een bord met de tekst “BOTERHAL”
In 1935 werd het een Stedelijk en Bisschoppelijk Museum dat verhuisd is naar de Chassékazerne.
Vanaf 1998 t/m februari 2010 was het Grand-Café Dante. Vanaf maart 2010 Grand Café Steakhouse Anno 1617. Nu heet het restaurant gewoon Boterhal naar de voormalige functie.
Op het fronton bevinden zich een wapenschild van Breda en 2 leeuwen. Deze leeuwen zijn op een zeer bijzondere wijze afgebeeld, nl met hun achterwerk gericht naar het wapenschild. Dit zou letterlijk kunnen betekenen ‘schijt aan de gemeente Breda’ hebben. Blijkbaar was er in het verleden een ruzie tussen de toenmalige gebouweigenaar en de gemeente. In het stadswapen fungeren de leeuwen normaal gesproken als schildhouders die met hun voorpoten het schild vasthouden. Zo’n zelfde situatie heeft zich voorgedaan bij Huis Leeuwenburg, Mient 23 in Alkmaar.

KMA kasteel binnenplaats c (782x1024)

Omschrijving: gevelbeeld
Materiaal: natuursteen
Hoogte: 1,2 meter
Jaar: 1928
Inscriptie: ONDEROFFICIEREN KMA, 1828-1928
Status: Rijksmonument 10235
Locatie: KMA Kasteel binnenplaats, Kraanstraat 24

Het verhaal:
Een unieke en zeldzame combinatie van beeld en klok.
Het is van dezelfde datum als bovenstaande zuil.

KMA kasteel binnenplaats d (678x1024)

Omschrijving: replica van beeld van dolfijn
Materiaal: natuursteen
Hoogte: ca. 2 meter
Status: Rijksmonument 10235
Locatie: KMA Kasteel binnenplaats, Kraanstraat 24

Het verhaal:
In de binnenplaats galerij hangt een dolfijn, gemaakt door de gebroeders Korenman uit Breda. Deze verbeeldt de Dolfijn welke van origine op de topgevel van de ridderzaal was afgebeeld. Dolfijnen waren toen voor de eerste ontdekkingsreizigers nog een bijzonder fenomeen.
Naar mediterraan voorbeeld was aanvankelijk de galerij op de verdieping open gedacht. Het kille klimaat in Holland noopte tot het dicht al zetten tijdens of kort na de bouw. De twee raamvensters in de topgevel verkregen een driehoekig timpaan naar Grieks voorbeeld, zoals toen gebruikelijk met een geringe daglichttoetreding. Boven de timpanen van de ramen waren twee van deze dolfijnen aangebracht met de gezichten naar elkaar gericht. Na de komst van de KMA zijn alle vensters verruimd met Hollandse schuifpuien voor meer daglicht.
Een timpaan is in de antieke bouwkunst het driehoekige gevelveld tussen de kroonlijst en de schuin oplopende daklijsten van een gebouw.

KMA kasteel binnenplaats e1 (1024x917)

Omschrijving: dakbekroning met cherubijnen
Materiaal: natuursteen
Hoogte: ca. 2 meter
Jaar: 1535
Status: Rijksmonument 10235
Locatie: KMA Kasteel binnenplaats, Kraanstraat 24

Het verhaal:
Toenmalige kasteelheer Hendrik III van Nassau van Breda was een flamboyante man, die veel aandacht besteedde aan verfraaiing van zijn paleizen. In 1536 startte hij de verbouwing van het kasteelcomplex tot paleis. Als architect benoemde hij Rafeëls leerling Tommaso Vincidor de Bologna. Zo maakte hij kennis met de Italiaanse renaissancestijl.
Het kasteel werd met veel renaissance elementen versierd. De binnenplaats kreeg circa 50 dakkapellen met gebeeldhouwde dakbekroningen. In iedere bekroning bevond zich een Cherubijn (engelenkopje) met elk een eigen karakteristiek en vormgeving. Tijdens de verbouwing zijn (helaas) veel van deze renaissance elementen en ook deze gevelornamenten gesloopt(!), omdat men vond dat het kasteel somberder moest zijn vanwege zijn functie als militaire academie. De ornamenten zijn kapot geslagen en als funderingsmateriaal gebruikt voor de manege naast de stallen. Deze zijn later weer terug gevonden bij de sloop van de manege t.b.v. de cadettenflat. Er zijn er nog enkele over. Dit gevelornament staat nu op de grond onder de galerij van de binnenplaats. Een ander kopje is te zien in het Stedelijk Museum.
Een cherub, cherubim, cherubijn of kerub is een mythisch wezen dat is samengesteld uit een combinatie van verschillende andere levensvormen, vaak een gevleugelde leeuw, adelaar of stier met een mensengezicht, vergelijkbaar met de Egyptische of Griekse sfinx en de Mesopotamische karibu.
Onder het ornament staat een plaat met de tekst “1828-1978 HULDEBLIJK OUD-CADETTEN”, maar de plaat heeft niets met het ornament te maken.

markendaalseweg-319-a1-713x1024markendaalseweg-287-327-r-665x1024

Omschrijving: ornament met symbolen
Hoogte: 1,05 meter
Jaar: 1934
Materiaal: beton
Locatie: Markendaalseweg 287-327

Het verhaal:
Dit ornament is aangebracht op de gevel van de voormalige technische school ter plaatse van de hoofdingang. De plaat is aan beide zijden voorzien van symbolen die de opleidingen vertegenwoordigen van de school. We zien onder andere een schietlood, een tandwiel, een passer en een meetinstrument. Onder de technische afbeelding staat nog een vlag van de gemeente Breda en het jaartal van de school. Al het overige van de technische school is niet behouden. Tegenwoordig is de school een appartementencomplex.

Mauritsstraat a (1024x678)

Omschrijving: kraagsteen / balkonsteun ornament met 2 hanen
Hoogte: ca. 70 cm
Materiaal: steen
Locatie: Mauritsstraat 8

Het verhaal:
Een console of kraagsteen is in de bouwkunde een vooruitspringend of uitkragend constructiedeel aan een kolom of wand. Een console brengt het gewicht van zijn belasting, van bijvoorbeeld van een ligger of een vloer, over op die kolom of wand.
Er zijn heel wat verschillende kraagsteen ornamenten te ontdekken in straten zoals, Baronielaan en Ginnekenweg. Kijk eens goed rond en zie hoe prachtig deze ornamenten zijn. Meestal zijn het eenvoudige versieringen met gezichtjes of takken en bladeren. Vanwege de grootte, uitvoeringsvorm en de zeldzaamheid spannen deze 2 hanen toch wel de kroon. Het is prachtige voorbeeld hoe architectuur, constructie, beelden en kunst hand in hand kunnen gaan.

Mendelssohnlaan 1 f 1024

Omschrijving: gevelornament
Kunstenaar: Niel Steenbergen – RKD
Hoogte:
Inscriptie: MENCIA DE MENDOZA LYCEUM
Montagehoogte:
Materiaal: steen
Locatie: Mendelssohnlaan 1 N51 34.125 E4 45.794

Verhaal:
Deze gevelsteen bevindt zich boven de entree van de Mencia de Mendoza lyceum. De gevelsteen toont Mencia de Mendoza, die in haar volle glorie in amazonezit galoppeert met een gevederde vriend op haar hand. Links en rechts van staan schoolmeisjes.
Mencia de Mendoza(1508-1554) was een nakomeling van de grote kardinaal Mendoza. Op zestienjarige leeftijd werd ze de vrouw van graaf Hendrik III van Nassau. Niet lang na haar aankomst in Breda begon ze op te treden als patrones van vele belangrijke Nederlandse kunstenaars. Na de dood van Hendrik III keerde ze terug naar Valencia. De school is naar haar vernoemd.
Andere beelden van Niel Steenbergen in Breda zijn: Cosmas en DamianusHeilige Catharina, Judith met het hoofd van Holofernes en schikgodinnen
Foto Peter Cox

Omschrijving: gevel decoratie
Hoogte: ca. 2,8 meter
Materiaal: staal
Locatie: Stedelijk Gymnasium, Nassausingel 7

Het verhaal:
De afbeelding is ingevlochten op het gaashek dat voor het dak is aangebracht. Op de afbeelding zijn onder andere waar te nemen: 2 engelen, een boot met drie roeiers en een stuurman en andere figuren die slecht zichtbaar zijn vanwege de grote witte Andreaskruizen. Deze kruizen komen overeen met de Andreaskruizen in het wapenschild van Breda.

Omschrijving: ornament met versiering
Breedte: ca. 2,5 meter
Locatie: Nieuwe Ginnekenstraat 6

Het verhaal:
Prachtige versiering boven raampartij met engeltjes, kopjes, leeuwenkoppen en bloemen.

Omschrijving: metselwerk in voorgevel
Hoogte: ca. 9,5 meter
Jaar: 1959
Materiaal: baksteen
Locatie: Tessenderlandt school, Van Riebeecklaan 2 N51 34.785 E4 47.751

Het verhaal:
Dit metselwerk is reeds aangelegd bij de nieuwbouw van de school. Het bevindt zich aan de voorzijde van het gebouw en strekt zich uit over 3 verdiepingen. Voorheen heette de school KTS (katholieke technische school) Blauwe Kei. De verwijzing naar de Blauwe Kei is opvallend omdat in principe de school het Sportpark ligt.

Sint Janstraat 18 a (1024x791)

Omschrijving: ornament met afbeelding van weeskind
Kunstenaar: F. Hermus
Hoogte: 1,4 meter
Jaar: 1887
Materiaal: steen
Status: rijksmonument 10229
Locatie: Huis Ocrum, Sint Janstraat 18

Het verhaal:
Huis Ocrum is een monumentaal pand en een van de meest bekende hofhuizen van Breda.
De hoofdingang bevindt zich in de Sint-Janstraat 18. Ernaast staat het huis Hersbeek en iets verderop bevindt zich de Sint-Antoniuskerk. Het grootste gedeelte was tot ongeveer 1500 in het bezit van de familie Van Zelbach. Vanaf 1505 was het van Hiëronymus van Oisterzeel. In 1534 werd het huis herbouwd na een stadsbrand. In januari 1536 kochten twee edellieden, Jean de Hocron en Nicolaes d’Aubermont, een stuk grond met de restanten van een afgebrand huis. In datzelfde jaar begonnen ze met de bouw van een nieuw huis. Beide edellieden bekleedden een functie aan het hof van graaf Hendrik III van Nassau. Van 1577 tot 1610 was het gebouw als Augustinessenklooster in gebruik, van 1625 tot 1637 samen met nr 16 als Jezuietenklooster en later kazerne.
Van 1848 tot 1952 fungeerde het als een rooms-katholiek burgerweeshuis. De voorgevel is in 1887 vervangen. Toen is ook dit ornament aangebracht met een afbeelding van een weeskind. De tekst REN is een afkoring van renovatum dat vernieuwd betekent. Deze steen bevindt zich helemaal bovenaan de 3e verdieping.
Sint Janstraat 18 b (1024x466)

Omschrijving: ornament met afbeelding van gemeentewapen
Kunstenaar: F. Hermus
Hoogte: x meter
Inscriptie: EHRASMUS
Jaar: 1887
Materiaal: steen
Status: rijksmonument 10229
Locatie: Huis Ocrum, Sint Janstraat 18

Het verhaal:
Van 1848 tot 1952 fungeerde het gebouw als een rooms-katholiek burgerweeshuis. De voorgevel is in 1887 vervangen. Toen is ook dit ornament aangebracht met een afbeelding van het gemeentewapen (rode leeuw) van Brederode (achter de vlaggenmast). Het wapen wordt vastgehouden door 2 draakjes. Deze steen bevindt zich bovenaan de 2e verdieping.
Het wapen is een eerbetoon aan de Amsterdamse rentenier A. Lodewijk die beweerde af te stammen van de graven van Holland en zich daarom Graaf van Brederode noemde. Hij had het weeshuis in 1832 een legaat geschonken van 50.000 gulden waarmee de nieuwe huisvesting in 1848 gekocht en opgeknapt kon worden.
De wapensteen werd voor 150 gulden gemaakt door F. Hermus, die alle natuurstenen voor Huis Ocrum leverde. Bij een van de latere restauraties is zijn naam op de wapensteen verkeerd overgeschilderd, waardoor er ‘EHRASMUS’ is komen te staan (rechtsonder). Op de siersteen links boven de toegangsdeur staat zijn naam correct vermeld.

Speelhuislaan 158 b1 wp

Speelhuislaan 158 b2 wp

Speelhuislaan 158 b3 wp

Omschrijving: 3D beeld met tekst, engel en figuren
Kunstenaar: Gerard van Aalst – RKD
Hoogte: 1 meter
Inscriptie: zie hieronder
Jaar: 1935
Materiaal: steen
Locatie: Speelhuislaan 158 N51 36.024 E4 46.152

Het verhaal:
Dit beeld bevindt zich aan de buitenzijde van de watertoren welke in 1935 is opgeleverd. De tijd dat deze toren werd getekend en gebouwd, was soberheid troef. Ook was het crisistijd. De toren moest een industrieel bouwwerk worden, zonder al te veel poespas. De stadsbouwmeester Ir. P. Hornix was verantwoordelijk voor een karakteristieke vormgeving die aansloot bij de door hem ontworpen nieuwe woonwijk Belcrum. De stijl waarin de toren is ‘Amsterdamse School’. De schil is met handgevormde roodbruine baksteen opgetrokken. Deze constructie was voor deze tijd zeer modern. Het gebouw werd met ornamenten versierd.
Aan de linkerzijde valt te lezen: “IN HET JAAR MCMXXXV TOEN BURGEMEESTER VAN BREDA WAS Mr. Dr. W.G.A. VAN SONSBEECK EN Ir. W.K.M. DE KAT DIRECTEUR DER GEMEENTE-BEDRIJVEN WERD DEZE TOREN GEBOUWD DOOR DEN STADSBOUWMEESTER P.A.H. HORNIX”
Op de voorzijde bevindt zich een engel.
Op de rechterzijde zijn diverse figuren afgebeeld die allen met water te maken hebben zoals een waterval, een waterpomp en een waterdrager.

Omschrijving: gevel versieringen en beelden
Jaar: 1922
Materiaal: steen / composiet
Locatie: Florijncollege, voorgevel, Wilheminasingel 33 N51 35.423 E4 47.359

Het verhaal:
Het voormalig Sint-Ignatiusziekenhuis is gebouwd in 1922-1923 naar ontwerp van J.W. Oomen voor de zusters Franciscanessen van de Haagdijk. In 1991 is het gebouw gerenoveerd. Alleen de voorbouw van het voormalige Ignatius Ziekenhuis is bewaard gebleven. Het betrof drie vierkante paviljoens met daartussen lagere vleugels. Het midden deel is neobarok en bevat diverse gevelstenen, tegels en wapenschilden.
In het midden zien we een voorstelling die enigszins lijkt op het verhaal van de barmhartige Samaritaan. De Gelijkenis van de barmhartige Samaritaan is een parabel in het Nieuwe Testament van de Bijbel, verteld door Jezus als antwoord op de vraag: “wie is mijn naaste?” in verband met het gebod “Heb je naaste lief als jezelf”.
In het verhaal weigeren eerst twee hooggeplaatste Joden (een priester en een Leviet), hier rechts op de afbeelding, hun handen vuil te maken om een slachtoffer van een geweldsmisdrijf langs de kant van de weg te helpen, maar later blijkt een Samaritaan (een destijds door de Joden geminacht volk) wel hulpvaardig.
Wat met deze gelijkenis moet worden overgebracht, is dat telt wat iemand doet, niet wat hij is. En niet alleen de letter van de wet, ook de geest van de wet moet worden nageleefd, is de stelling.
Het paard links op de afbeelding is waarschijnlijk het paard van de Samaritaan waarop hij over de weg reed.
Het slachtoffer is hier gehuld in kleren, maar normaliter wordt het slachtoffer halfnaakt afgebeeld in een gewaad.
Bovenin zien we het Christusmonogram omsloten door twee olijftakken. Het Christusmonogram, ook wel Christogram of chi-rho genoemd, behoort – naast het kruis en het ichthussymbool (de vis) – tot de belangrijkste symbolen om Jezus Christus mee aan te duiden (vooral in de late oudheid). Het is een verwijzing naar het oudere zonnerad.
Het is een afkorting van de Griekse naam ΧΡΙΣΤΟΣ (Christus), waarbij de eerste twee letters, Χ (Chi) en Ρ (Rho), tot een monogram gevormd zijn. Volgens een andere traditie gaat het om de Griekse equivalenten van de beginletters van het Latijnse Christus Rex (Christus (is) Koning).
Het monogram wordt vaak begeleid door de letters alfa en omega, ontleend aan Openbaring 22:13. Vooral in protestantse kringen – maar niet alleen daar – wordt het Christusmonogram veel gebruikt als decoratie op omslagen van bijbels, liturgie- en liederenboeken, e.d.