St. Joostkapel Ginnekenstraat

Aanvullingen en correcties over kerkkunst in de gemeente Breda worden zeer gewaardeerd. U kunt uw informatie zenden naar het emailadres als vermeld op de pagina INFO / CONTACT
Laatste update van deze pagina 30-12-2023

Onderstaande religieuze kunstwerken bevinden zicht in de St. Joostkapel aan de Ginnekenstraat nr. 134. Status: Rijksmonument 10143. De kerk is omstreeks 1300 gesticht, na 1637 was de kerk in gebruik als bergplaats, later als woning, sedert 1946 als Mariakapel. De constructie bestaat uit een driezijdig gesloten schip van vier traveeën met ingebouwde toren uit eind 15e of begin 16e eeuw. Boven de ingang bevindt zich een hardstenen venstertje met het jaartal 1662.
Het kapelletje is voor veel voorbijgangers nog steeds een rustpunt in de drukke winkelstraat, volgens het opschrift boven de ingang: “Hac ne vade via quin dixeris ave Maria” (Bid als ge hier passeren moet, Maria wees gegroet).
In de volksmond heet het kapelletje nog steeds de Sint Joostkapel, maar na de Tweede Wereldoorlog is het aan Maria toegewijd. Daarmee loste de bisschop van Breda zijn belofte in dat er een Mariakapel zou worden ingericht als de stad de oorlog zonder grote rampen zou doorstaan.

Omschrijving: beeld van Maria met kind Jezus
Kunstenaar: Niel Steenbergen – RKD
Hoogte: ca. 1,7 meter
Jaar: ca. 1958
Materiaal: hout

Het verhaal:
Maria staat als vrouw zonder zonde op een console die de zondeval van de mens verbeeldt.
Maria  werd onmiddellijk na haar dood in de hemel opgenomen en door God tot koningin gekroond. Ze heeft een kroon op haar hoofd net als kind Jezus. De rijke draperieën en het zeer hoog gehouden kind zijn kenmerkend voor de 19de eeuwse neogotiek.
In de St. Antoniuskathedraal en de St. Catharinakerk bevinden zich soortgelijke beelden.
Het hout is afkomstig van een 600 oude eiken balk uit een tijdens de Tweede wereldoorlog verwoest huis in Nijmegen. De verguld zilveren kroontjes werden in 1949 vervaardigd door zilversmid Nico Witteman.

Omschrijving: console van boven vermeld Mariabeeld
Kunstenaar: Niel Steenbergen – RKD
Hoogte: ca. 30 cm
Jaar: ca. 1958
Materiaal: hardsteen

Het verhaal:
De console geeft aan drie zijden de zondeval van het mensdom weer. Adam aan de linkerkant en Eva aan de rechterkant zitten ineengedoken uit schaamte om hun naaktheid (Genesis III: 7-8). Aan de voorzijde is de engel met bliksemde zwaard afgebeeld om de weg naar de boom van het leven te bewaken (Genesis III: 24)

Omschrijving: altaar met zuilen
Kunstenaar: Niel Steenbergen – RKD
Hoogte zuil: ca. 80 cm
Jaar: ca. 1958
Materiaal: Frans Vaurionsteen

Het verhaal:
De afbeeldingen op de zuilen onder het altaar verwijzen naar het offer, dat Christus met zijn kruisdood heeft gebracht.

Zuil links:
Linkerzijde: Het moment waarop Kain van Jahwe het Kainteken ontvangt. (Genesis IV:15)
Voorzijde:  Het eerste bloedige offer. Abel, rechtvaardige zoon van Adam en Eva, offert de eerstgeborene van zijn beste schapen. (Genesis IV: 4-5)
Rechterzijde: Het offer van Kain, de eerste zoon van Adam en Eva is afgebeeld. Dit offer van de zondige Kain wordt door Jahwe niet aanvaard. Ook is op deze zijde de daaropvolgende moord van Kain op zijn broeder Abel te zien. (Genesis IV:4-8)

Zuil rechts:
Linkerzijde: De zoon van Abram’s broeder, die met zijn vrouwen gevangen wordt genomen. (Genesis XIV:12)
Voorzijde: Het onbloedige offer is afgebeeld. Melchisedek, de koning van Salem, schenkt Abram als dankoffer brood en wijn voor de goede afloop van de strijd. (Genesis XIV: 17-24)
Rechterzijde: De bevrijding van Lot door toedoen van Abram. Lot en Abram keren vervolgens te paard huiswaarts. (Genesis XIV:13-16)

Beide voorstellingen verwijzen ook naar de offers, welke gebracht zijn tijdens de Duitse bezetting en de daarop volgende goede afloop.

Omschrijving: mozaïeken met religieuze afbeelding
Kunstenaar: Marinus de Leeuw – RKD
Afmeting: ca. 1,3 x 1,3 en 1,4 x 1,4 meter
Jaar: 12-11-1951
Materiaal: keramiek

Het verhaal:
Begin 1949 was bisschop van Breda Mgr. Jos Baeten voornemens door mozaïst Marinus de Leeuw twee mozaïeken te laten aanbrengen op de zijwanden van de Mariakapel. Het ene mozaïek (bovenste foto) moest de opdracht van Jezus in de tempel weergeven (Lucas II 22-04), het andere mozaïek (onderste foto) de Piëta, de afbeelding van Maria met het dode lichaam van Jezus in haar armen. Met de beide afbeeldingen werd de centrale rol van Maria in het leven van haar zoon benadrukt.
Nadat het eerste ontwerp was afgewezen, zond Marius de Leeuw aan bisschop Baeten een nieuw ontwerp. Bij voorbaat maakte hij in een brief van 2 april 1949 de bisschop er op attent dat de weerbarstige techniek van een mozaïek veel minder dan bijvoorbeeld een muurschildering of een glas-in-loodraam de gelegenheid biedt tot het weergeven van een verfijnde gelaatsuitdrukking. Blijkbaar viel het nieuwe ontwerp wél in de smaak, want op 8 november 1949 ontving hij via architect Frans Mol de opdracht tot uitvoering. Op 12-11-1951 werden beide mozaïeken door de aannemer aangebracht. Teneinde een mogelijke teleurstelling te voorkomen, schreef De Leeuw een dag later aan bisschop Baeten: “Ik wil u verzoeken – indien u ze bezichtigt – de eerste indruk niet te zwaar te laten wegen. De ervaring leert mij namelijk dat mijn werk na herhaaldelijke aanschouwing meestal wint aan interesse.” Ongetwijfeld tot opluchting van de Leeuw schreef de bisschop hem twee weken later dat hij over zijn werk best tevreden was. Hij beschouwde het een mooie aanwinst voor de kapel. Toch was de bisschop van mening dat sommige onderdelen, bijvoorbeeld het Goddelijke Kind dat door Maria wordt opgedragen zo traag naar voren treedt, dat de gewone man het niet weet te ontdekken.”
De afbeeldingen op de mozaïeken zijn inderdaad een beetje moeilijk herkenbaar vanwege het kleurgebruik.
Mozaïeken van dergelijke leeftijd en omvang zijn zeer uniek in Breda. Er zijn geen andere mozaïeken met zulke kleine tegeltjes in Breda, maar wel met grote(re) tegels, zoals aan de kerk Sint-Laurentiuskerk aan de Ginnekenweg 333.

Omschrijving: glas-in-loodramen
Ontwerp: Gisèle van Waterschoot van der GrachtRKD
Afmeting: ca.
Jaar: 1945-1947

Het verhaal voorste raam links:
Maria zweeft boven haar stad Breda ter bescherming tegen het oorlogsgeweld. Met haar blauwe mantel voorkomt zij, dat de drie bovenin afgebeelde vliegtuigen en een VI met hun dodelijke ladingen de stad Breda ernstige schade toebrengen.
Naast Maria smekende beschermengelen.
In het roosvenstertje staat het monogram met de witte lelie van Maria afgebeeld.
Op de bandenrol onderaan de tekst:
“Maria beschermt haar stad tegen het oorlogsgeweld der jaren 1940-1945.”

Het verhaal middelste raam links:
Bisschop Monseigneur P. Hopmans knielt neer in rijke pontificale dracht met mijter op zijn prie-Dieu (bidbankje) voor het Mariabeeld geflankeerd door twee engelen. Zijn staf wordt door een engel vastgehouden.
Op de prie-Dieu ligt een opengeslagen gebedenboek met daarin de tekst: “Mater Dei” (Moeder Gods) en “Supplex Omnipotens” (Neerknielend voor de Almachtige).
De symbolische bouwarchitectuur achter hem verzinnebeeldt de Bredase St. Barbara kathedraal aan de Haven. In het roosvenster bovenaan het wapen van Mgr. Hopmans met zijn lijfspreuk: “Mihi Vivere Christus Est” (Voor mij is het leven Christus).
Op de bandenrol onderaan de tekst:
“Zijne Hoogwaardige Excellentie Monseigneur P. Hopmans belooft aan Onze Lieve Vrouw een genadekapel, indien de stad Breda bespaart blijft in den oorlog (1940-1945).”

Het verhaal achterste raam links:
Tijdens oorlogen is er steeds een strijd gaande tussen het Goede en het Kwade. Het is de H. Maagd Maria, die er steeds voor zorgt dat het Goede overwint, zoals ook gebeurd is tijden de te Tweede Wereldoorlog.
Op de linkerzijde, boven de bloeiende appelboom van het paradijs met daarin het symbool, van Satan, de slang, zien we de Vrouw en Haar Kind. Twee engelen houden als overwinningssymbool een kroon boven Maria’s hoofd. Boven dit tafereel de ster van Maria, die alles met Haar licht overstraalt.
Op de rechterzijde de voortdurende strijd tussen soldaten, als vertegenwoordigers van het Christendom, die een vijfkoppige draak met rode kroontjes bevechten als vertegenwoordiger van het Kwaad.
Bovenaan, in roosvenster, is het Labarum (Romijns krijgsvaandel) zichtbaar van de eerste Romeinse Christenkeizer Constantines met daarop geplaatst het Christenmonogram, als zinnebeeld van de overwinning van het Christendom op het goddeloze heidendom. Onder het Labarum is te lezen: “In hoc signo vinces” (in dit teken zult gij overwinnen).
Op de bandenrol onderaan op het tafereel de tekst:
“Ik zal vijandschap stellen tussen u en de vrouw .”(Genesis III:15)

Het verhaal: voorste raam rechts:
Poolse bevrijders te paard rukken op 29 oktober 1944 Breda binnen. In de handen van infanteristen de Poolse, Amerikaanse, Britse en Nederlandse vlaggen.
Op de linkermouw van een van de Poolse cavaleristen is een bandje met de tekst “Poland” zichtbaar. Boven alles uit een oranje wimpel vastgehouden door een Bredase  ondergrondse strijder in blauwe overal met een oranje band om de mouw.
In het roosvenster de Poolse adelaar met kroontje.
Op de bandenrol onderaan de tekst:
“Op zondag 29 oktober, feest van Christus Koning 1944, wordt onze stad Breda op Maria’s voorbede door de geallieerden bevrijd.”
Links het vaandel met daarop de afbeelding van Onze Lieve Vrouw van Częstochowa de koningin van Polen.

Het verhaal middelste raam rechts:
Het Bredase gemeentebestuur biedt symbolisch de oude St. Joostkapel aan aan Monseigneur P. Hopmans, gekleed in een paars gewaad met zijn bonnet in de hand. Vooraan burgemeester B. van Slobbe eveneens in ambtskostuum met zijn steek onder de linkerarm geklemd. In zijn handen houdt hij een miniatuurmodel van de St. Joostkapel. Achter hem staan van links naar rechts de drie wethouders J.N. Kroone, mr. A.A.M. Struycken en mr. E.l.H.M. van Mierlo. Wethouder Van Mierlo houdt de lange oorkonde vast met daarop het gemeentelijk besluit tot eigendomsoverdracht van de oude St. Joostkapel.
Op de achtergrond links staat gemeentesecretaris mr. Ph. van Woensel.
In het roosvenster het wapen Breda.
Op de bandenrol onderaan de tekst:
“Het gemeentebestuur van Breda biedt Monseigneur P. Hopmans de oude Sint Joost aan.

Het verhaal achterste raam rechts:
De geestelijkheid van Breda met vooraan bisschop P. Hopmans en de Bredase burgerij brengen dank en hulde aan Maria, koningin van de vrede. Maria staat hier afgebeeld tussen twee witte lelies met rechts van haar zwevende engelen.
In het roosvenster als vredessymbool een duif met olijftak (Genesis VIII: 10-11).
Op de bandenrol de tekst:
“Maria, koningin van de vrede, wij danken U voor onze bevrijding.”

Het verhaal dubbelvenster boven de ingang:
Op de linkerhelft de heilige Judocus (Sint Joost) in pelgrimsgewaad en met een pelgrimsstaf in de hand. Aan zijn voeten de door hem afgewezen koningskroon van Bretagne aangeboden door een engel. In zijn rechterhand de sleutel van zijn Sint Joostkapel, welke hij aan Maria aanbiedt. Afgebeeld op de rechterhelft aanvaardt Maria de sleutel. Zij wordt omgeven door witte lelies, als zinnebeeld van haar deugden.
Aan haar voeten een engel, die een maquette van de St. Joostkapel vasthoudt.
In het roosvenster het wapen van Mgr. Jos. Baeten coadjutor (helpende bisschop) van Mgr. P. Hopmans.
Op de bandenrol de tekst:
“Sint Joost biedt de sleutel van zijn kapel aan Maria , koningin van de Vrede.”