St. Laurentiuskerk Ginnekenweg

Aanvullingen en correcties over kerkkunst in de gemeente Breda worden zeer gewaardeerd. U kunt uw informatie zenden naar het emailadres als vermeld op de pagina INFO / CONTACT
Laatste update van deze pagina 25-8-2023

De Sint-Laurentiuskerk is een Rooms-katholieke kerk aan de Ginnekenweg 333 in de wijk Ginneken in het zuiden van Breda. De kerk hoort bij de Parochie van de Heilige Familie. Het is een kruiskerk in neogotische stijl en werd ontworpen door de architecten Joseph Cuypers en Jan Stuyt. De kerk werd gebouwd in 1902 en is sinds 1978 een Rijksmonument. De lengte is 50,6 meter, de breedte 30,3 meter. De vieringtoren is 60,6 meter hoog en heeft een achtkantige spits.
Volgens de overlevering werd de eerste kerk ter ere van Laurentius gesticht door Constantijn de Grote. Dat gebeurde omstreeks 330-340 na chr. boven zijn graf in Rome, de Sancti Laurentii extra muros (buiten de-muren). Er werden daarna binnen de muren van Rome nog verscheidene andere kerken gebouwd, toegewijd aan de H. Laurentius. Ook in andere landen zijn een aantal kerken, kapellen of kloosters naar Laurentius vernoemd. In Nederland betreft het 19 katholieke en 4 protestante kerkgebouwen. In Noord-Brabant zijn het behalve Ginneken en Ulvenhout, de R.K. kerken van Dongen, oud-Gastel en Rosmalen; en de protestante kerken van Ginneken en Dongen.
De Ginnekense parochie werd in 1317 afgescheiden van de moederkerk in Gilze. De kapel – later kerk – van dit dorpje bestond echter al eerder. Het is niet onmogelijk dat reeds in 1317 Laurentius de patroon van de Ginnekense parochie is geworden. In ieder geval is er in 1416 een Laurentiusaltaar in de kerk aanwezig geweest.
De kerk van Ginneken viel ook na 1317 evenals Gilze onder de abdij van Thorn en onder het bisdom van Luik. Het is niet onmogelijk dat de keuze van Laurentius iets te maken heeft gehad met de trouw aan de paus van Rome tijdens het pauselijk schisma. In Rome bestond immers al een oude traditie met de verering van de Laurentius.
In 1649 aan het einde van de 80-jarige oorlog moesten de Ginnekense katholieken uitwijken naar elders en het kerkgebouw moest worden overgedragen aan de hervormden. Al spoedig verbleef de pastoor op Grimhuysen in Ulvenhout, maar moest daar na enkele jaren vertrekken. Eerst omstreeks 1740 kwam de parochie terug naar Grimhuysen, waar al spoedig een schuurkerk werd gebouwd. In de Franse tijd probeerden de Ginnekense katholieken hun oude kerkgebouw in het dorp terug te krijgen. Hun Ulvenhoutse broeders voelden er echter niets voor om hun pas vernieuwd kerkje te sluiten. Uiteindelijk stichtten de katholieke Ginnekenaren in 1837 een nieuwe parochie in het dorp, die uiteraard Laurentius als patroonheilige kreeg. In datzelfde jaar werd Ulvenhout een zelfstandige parochie met eveneens de H.Laurentius als patroon.
In 1902 kreeg Ginneken een nieuwe Laurentiuskerk, ter vervanging van de oudere in 1845 ingewijde voorganger die op dezelfde plaats had gestaan. Twee jaar later bouwde Ulvenhout eveneens een nieuwe Laurentiuskerk ter vervanging van het kerkje uit 1792.
De naam Laurentius drong diep door in het sociale en maatschappelijke leven van beide dorpen. Het werd de naam van de jongensscholen, van verenigingen, van de merkfabriek, van het Ginnekense ziekenhuis en zelfs van de woningbouwvereniging. Vooral in Ulvenhout werd in tal van gezinnen een zoon vernoemd naar deze parochieheilige. In Ginneken leeft de naam nog voort in het Laurenspark, de Laurensstraat, de Katholieke Basisschool St.Laurentius en in de woningbouwvereniging St.Laurentius. Ook Ulvenhout kent een Laurentiusstraat.

Ginnekenweg 333 a (712x1024)

Omschrijving: Heilig Hartbeeld
Kunstenaar: August Falise – RKD
Hoogte: 3 meter
Kosten: 4500 gulden
Inscriptie: AUG FALISE 1926
Jaar: 25-7-1926
Materiaal: brons
Materiaal sokkel: marmer, hoogte ca. 2 meter

Het verhaal:
In 1925 nam de toenmalige kapelaan C. van Hooydonk het initiatief om te komen tot de oprichting van een H.Hart-monument. Binnen enkele maanden wist hij het benodigde geld bijeen te brengen. Uiteindelijk werd het kerkplein gekozen als beste locatie. Aanvankelijk wilde men de architect van de kerk Jos Cuypers het ontwerp laten maken. Toen ook andere architecten een ontwerp wilden indienen, bleek dat van de in Ginneken wonende Petrus Franciscus Waltherus Bilsen beter in de smaak te vallen. Bilsen ontwierp eerder het patronaatsgebouw aan de Viandenlaan. Ook het in 1940 verwoeste Witgele-Kruisgehouw aan de Dillenburgstraat en de verdwenen Montessorischool aan de Postlaan waren van zijn hand.
Op advies van de Oosterhoutse Benedictijn Dom Bellot werd als beeldhouwer gekozen voor August Falise uit Wageningen. Voor het beeld liet men drie ontwerpen maken. De duurste kwam als beste uit de bus. Voor f 4.500,- maakte hij een drie meter hoge bronzen Christusfiguur, die op de door Bilsen ontworpen sokkel werd geplaatst. Deze bestond uit een achtkantige voet met treden, gemaakt van een bijzondere soort roze graniet. Op de treden rusten vier bronzen bloembakken. Op de achtzijdige sokkel werden vier koperen schilden bevestigd.
Schild 1 toont een gouden kroon met vleugels met de tekst: WAARHEID LIEFDE VREDE.
Schild 2 is een tekstbord met de tekst: OPGERICHT DOOR DEN EERW. HEER PASTOOR A.H.v.DIJK OVERL. 11 APRIL 1926 ONTHULD DOOR DEN ZEER EERW. HEER PASTOOR G.J.K.v.WEES GINNEKEN 26 JULI 1926
Schild 3 is het wapenschild van de (voormalige) gemeente Ginneken.
Schild 4 is het Christusmonogram omsloten door twee olijftakken. Het Christusmonogram, ook wel Christogram of chi-rho genoemd, behoort – naast het kruis en het ichthussymbool (de vis) – tot de belangrijkste symbolen om Jezus Christus mee aan te duiden (vooral in de late oudheid). Het is een verwijzing naar het oudere zonnerad.
Het is een afkorting van de Griekse naam ΧΡΙΣΤΟΣ (Christus), waarbij de eerste twee letters, Χ (Chi) en Ρ (Rho), tot een monogram gevormd zijn. Volgens een andere traditie gaat het om de Griekse equivalenten van de beginletters van het Latijnse Christus Rex (Christus (is) Koning).
Het monogram wordt vaak begeleid door de letters alfa en omega, ontleend aan Openbaring 22:13. Vooral in protestantse kringen – maar niet alleen daar – wordt het Christusmonogram veel gebruikt als decoratie op omslagen van bijbels, liturgie- en liederenboeken, e.d.
De eerste drie schilden zijn in de jaren tachtig van de twintigste eeuw smadelijk verloren gegaan, anders gezegd; ze zijn gewoon gestolen. Alleen voor het achterste schild (Christusmonogram) hadden de dieven, gezien de tekst, geen belangstelling, waardoor dit tot op de dag van heden, zij het zwaar gehavend, bewaard is gebleven.
In 1926 werd het beeld omgeven door een fraai betegeld plein. Het werd aan de achterzijde afgesloten door het hekwerk, dat sedert een tiental jaren vóór het monument langs het trottoir staat. In verband met vandalisme werd toen het betegelde plein vervangen door ondoordringbaar stekelig groen. Gelukkig heeft het kerkbestuur in 2001 de beplanting laten vervangen, waardoor in ieder geval het monument weer geheel zichtbaar is.
Jezus is afgebeeld op een bol, die de wereld symboliseert. Jezus is de leider van de wereld.
Achter zijn hoofd is een aureool, stralenkrans of nimbus afgebeeld. Het is een ring van licht om het lichaam van goddelijk of heilige personen. Een aureool kan ook de straling of lichtkrans aanduiden – doch minder juist – die alleen het hoofd omgeeft.

Ginnekenweg 333 d (1024x869)

Omschrijving: tegeltableau Lam Gods
Hoogte: ca. 1,8 meter
Montagehoogte: 5 meter
Jaar: 1926?
Materiaal: steen

Het verhaal:
Op het veelkleurig tableau ziet u van boven naar beneden: de scheppende hand van de Vader, de stralen van de heilige geest. Lam Gods staande op de regenboog en het boek der openbaring met de zeven sloten en de zeven zegels. De regenboog symboliseert het verbond van God tussen de hemel en de aarde. (Genesis 9,13: “Ik zet mijn boog in de wolken; die zal het verbond zijn tussen Mij en de aarde”.) Lam Gods houdt een vaandel vast. Uit het (offer)lam stroomt bloed, dat in een kelk loopt.
Agnus Dei (Latijn voor Lam Gods) is een uitdrukking die verwijst naar Jezus Christus in zijn rol van de perfecte sacramentele opoffering die de zonden van de mens verzoent in de christelijke theologie.
In Johannes 1:29 en 1:36 wijst Johannes de Doper naar Jezus met de woorden: “Ziet, daar is het Lam van God dat de zonde van de wereld wegneemt”.
In Openbaring 5:4 e.v. treedt Jezus op in de gedaante van een geslacht lam.
In Jesaja 53:7 staat: “Als een lam werd Hij ter slachting geleid; als een schaap dat stom is voor zijn scheerders, zo deed Hij Zijn mond niet open.”
In Handelingen 8 is te lezen dat dit gedeelte werd gelezen door de Ethiopische kamerheer en dat dit werd uitgelegd door de apostel Filippus. In Handelingen 8 is deze tekst geciteerd uit de Septuagint, wat verklaart dat de tekst iets anders is dan de Hebreeuwse tekst in Jesaja 53.
Het offer van een lam en het bloed van het lam zijn in de godsdiensten van het Midden-Oosten een vaker gebruikt beeld.
In de kunst is het Agnus Dei de figuur van een lam dat een kruis draagt, symbool voor Jezus als Lam van God. Deze voorstelling wordt vaak gebruikt in christelijke kunstwerken, waarvan De aanbidding van het Lam Gods in Gent het beroemdste is.

Ginnekenweg 333 b (1024x929)

Omschrijving: beelden v.l.n.r Hippolytus (1), Sint-Laurentius (2) en Romanus (3)
Kunstenaar: Cuypers-Stolzenberg (1), Peeters (2) , Cuypers-Stolzenberg (3)
Hoogte: ca. 1,4 m (1), 1,8 m (2), 1,4 m (3)
Montagehoogte: 20 meter
Jaar: ? (1), 1848 (2), ? (3)
Materiaal: steen (1), kalksteen (2), steen(3) 

Het verhaal:
Zoals gebruikelijk werd in de voorgevel van de godshuizen een beeld van de patroonheilige geplaatst. In Ginneken prijkt een beeltenis van Laurentius in de topgevel van het voorfront tussen de twee hoektorens. Laurentius wordt hier geflankeerd door twee andere heiligen en martelaren uit zijn tijd. Aan zijn rechterzijde (dus vanaf de straat gezien links) staat de martelaar Hippolytus, aan de linkerzijde Romanus, die eveneens de marteldood stierf.
Laurentius was een diaken en martelaar die leefde van 210-259 n.Chr. Volgens de overlevering werd hij omstreeks 210 na chr. geboren in Loreto (Spanje). In 257 werd hij in Rome door paus Sixtus-II aangesteld als diaken. Er waren totaal zeven diakenen, die de zorg hadden voor de evangelieboeken en de liturgische vaten. Ze beheerden de financiën en zorgden voor de armen. Tijdens een dienst in de catacomben werden Sixtus en en zijn diakenen, echter zonder Laurentius, gevangen genomen en later onthoofd. Drie dagen later werd ook Laurentius gearresteerd. Intussen had hij echter de boeken en vaten in veiligheid gebracht en het geld verdeeld onder de armen. Hij werd levend geroosterd.
Laurentius is de patroon van de brandweerlieden wegens zijn onverschrokkenheid tegenover het vuur; van de bakkers, wegens het roosteren op vuur; van de slagers vanwege het roosteren van vlees; van bibliothecarissen en archivarissen, omdat hij de boeken in veiligheid wist te brengen. Hij wordt vaak afgebeeld met het rooster en met een boek of rol, soms ook met de martelarenpalm.
Het beeld van Laurentius prijkte van 1845 tot 1902 boven het portaal van de eerste kerk, die zoals boven reeds gezegd, de voorloper was van de huidige kerk. Het beeld is gemaakt op het atelier van de Antwerpse beeldhouwer Peeters uit een vrij harde soort kalksteen afkomstig uit de groeve van Charleroi. De twee belendende beelden, die kleiner zijn dan dat van Laurentius, zijn gehouwen uit een donkere steen afkomstig uit de groeve van Luik.
Laurentius wordt volgens de traditie afgebeeld met het rooster waarop zijn linkerhand rust; in zijn rechterhand draagt hij een boek, als symbool van zijn taak als diaken, die onder andere voor de boeken moest zorg dragen. Vlak voordat hij werd gearresteerd wist hij deze in veiligheid te brengen.
Hippolytus en Romanus zijn minder bekend dan Laurentius. De legenden over hun levenswandel zijn ook niet eensluidend. Hippolytus zou priester zijn geweest onder paus Callixtus, later zelfs schismatiek bisschop van Rome. Na bijna een scheuring in de kerk te hebben veroorzaakt, zou hij hoor de Romeinse keizer Valentianus I verbannen zijn naar Sardinië, waar hij zich met de kerk zou hebben verzoend en waar hij op 13 augustus 258, drie dagen na Laurentius, de marterdood gestorven zou zijn.
Meer waarschijnlijk is een achttiende eeuwse lezing:
Hippolytus zou een edelman te Rome zijn geweest, aan wie de bewaking van de gevangen genomen Laurentius was toevertrouwd. Hij werd door de reeds gefolterde Laurentius bekeerd tot het christendom. Toen Hippolytus na de dood van Laurentius hielp bij de begrafenis en luidkeels uitkwam voor zijn christelijk geloof, werd ook hij gevangen genomen en met stenen geslagen. Ook zijn negentien huisgenoten moesten het ontgelden. Zij werden in het bijzijn van Hippolytus onthoofd. Zelf werd hij achter wilde paarden over de stenen gesleept en zo ter dood gebracht.
Hippolytus werd in de late Middeleeuwen uitgebeeld voortgesleept achter een paard; later met de werktuigen waarmee hij werd gemarteld, echter ook in volle wapenrusting. In Ginneken wordt Hipporytus echter voorgesteld in het gewaad van een bisschop of priester. Hij draagt in zijn rechterhand een boek met daarop enkele stenen.
Van Romanus is maar weinig bekend. Hij was een Romeins soldaat, die onder de indruk was van de wijze waarop Laurentius zijn folteringen onderging. Geholpen door de gevangenisbewaarder van Hippolytus – die in het geheim reeds christen was – kon hij doordringen tot de kerker van Laurentius, waar hij door Hippolytus gedoopt werd. Toen de keizer dit vernam, liet hij hem op 9 augustus 259 onthoofden.
Romanus werd in de Middeleeuwen meestal uitgebeeld in de uitrusting van soldaat. Het beeld van Romanus in de topgevel van het voorfront van de kerk in Ginneken laat ons een man zien, gekleed in een eenvoudige tuniek. In zijn rechterhand draagt hij een lans, zijn linkerhand rust op een schild, terwijl aan zijn gordel een zwaard hangt. Dit laatste verwijst naar zijn dood door onthoofding.
De beelden van Hippolytus en Romanus komen, evenals de meeste beelden binnen de kerk, uit de beeldenfabriek van Cuypers-Stolzenberg te Roermond.

Ginnekenweg 333 c (1024x705)

Omschrijving: afbeelding met Bijbelse voorstelling
Hoogte: ca. 2 meter
Montagehoogte: 2,5 meter
Jaar: 1926?
Materiaal: steen

Het verhaal:
Boven de ingang van de kerk is dit bijbels tafereel te zien. Op de afbeelding zien we Jezus Christus die een boek vasthoudt. Op het boek staat de tekst “Ego sum via veritas et vita”. Dit betekent “Ik ben de weg, de waarheid en het leven” (Johannes 14:6). Jezus maakt met zijn rechter hand het zogenoemde ‘spreekgebaar‘. Het spreekgebaar is het opsteken van de rechterhand met de wijsvinger en de middelvinger naast elkaar gestrekt en de duim soms gevouwen over de naar binnen gebogen ringvinger en pink. Met dit gebaar geboden vroeger oratoren (spreker) hun toehoorders tot stilte en aandacht. In moderne tijden dient het ter bevestiging van het uitspreken van of instemmen met een eed. In sommige landen wordt voor dit laatste gebaar de opgestoken open hand gebruikt.
Achter het hoofd van Jezus is een aureool, stralenkrans of nimbus afgebeeld. Het is een ring van licht om het lichaam van goddelijk of heilige personen. Een aureool kan ook de straling of lichtkrans aanduiden – doch minder juist – die alleen het hoofd omgeeft.
Linksboven staat een engel, linksonder een leeuw met vleugels, rechtsboven een adelaar en rechtsonder een rund met vleugels. Alle vier figuren houden een gesloten boek vast. De vier figuren staan voor resp.: Mattheüs, Marcus, Johannes en Lucas, de vier evangelisten. Een evangelist is letterlijk de brenger van een evangelie (“goede boodschap”).
In de beeldende kunst worden deze vier evangelisten sinds de vierde eeuw niet alleen afgebeeld in de vorm van menselijke gedaanten, maar ook als symboolgestalten. Deze laatste werden geïnspireerd door de visioenen in de Bijbelboeken Ezechiël 1 en Openbaring 4. Hierin wordt de apostel Mattheüs als engel (of als mens), Marcus als leeuw, Johannes als adelaar en Lucas als stier (of als os of als kalf) afgebeeld. Deze weergave, ook wel tetramorf genoemd (uit het Grieks: vier vormen), is waarschijnlijk van Syrische oorsprong.
Onder de afbeelding staat de tekst “DOMVS-DEI-PORTA-COELI”. Dit betekent: “Dit is het huis van God en de poort naar de hemel”.
Aan de gevel van de kerk op de Klokkenberg bevindt zich een soort gelijke afbeelding.

Omschrijving: beeldengroep van apostelen en Heilige Familie
Hoogte: ca. 1,8 meter (beeld)
Jaar: 1902
Materiaal: steen
Locatie: priesterkoor, hoog

Het verhaal:
Van links naar rechts zien we de volgende apostelen. Tussen de haakjes de marteltuigen waarmee zij om het leven zijn gebracht of vaak worden afgebeeld:
Simon (zaag), Mattheus (boek en bijl), Thomas (boek en ?), Jacobus Maj (boek en staf), Joannes (kelk), Petrus (boek en sleutel), Maria, Christus, Joseph, Paulus (zwaard), Andreas (Andreaskruis en boek), Philippus (boek en kruis), Jacobus Min (boek en stok), (Judas) Thadeus (boek en knuppel) en Bartholomeus (boek en mes).
Tien apostelen dragen een boek, hetgeen de bijbel aanduidt.
Middenin drie beelden van de heilige Familie: Maria, Jezus en Jozef. Maria heeft de handen gevouwen, Jezus maakt het ‘spreekgebaar‘ en heeft in de linkerhand de bijbel. Jozef draagt een schild met een afbeelding van een schip en in de linkerhand een staf.
Achter hun hoofden is een aureool, stralenkrans of nimbus afgebeeld. Het is een ring van licht om het lichaam van goddelijk of heilige personen. Een aureool kan ook de straling of lichtkrans aanduiden – doch minder juist – die alleen het hoofd omgeeft.

Omschrijving: paneel in hoog reliëf, de kruisiging van Jezus
Afm.:: ca. 80 x 140 cm
Materiaal: gepolychromeerd hout
Locatie: priesterkoor

Het verhaal:
Het paneel is afkomstig van het voormalig altaar. Op paneel zien we de kruisiging van Jezus. De beeldengroep bestaat uit Christus aan het kruis met Maria en Johannes naast zich. De beeldengroep verwijst naar vers Johannes 19,26; Bij het kruis van Jezus stonden zijn moeder met haar zuster, Maria, de vrouw van Klopas en Maria uit Magdala. Toen Jezus zijn moeder zag staan en bij haar een leerling van wie hij veel hield, zei hij tegen zijn moeder: “Dat is uw zoon”, en daarna tegen de leerling: “Dat is je moeder”. Vanaf dat moment nam die leerling haar bij zich in huis. 

Omschrijving: paneel in hoog reliëf, het laatste avondmaal 
Afm.:: ca. 80 x 140 cm
Materiaal: gepolychromeerd hout
Locatie: priesterkoor

Het verhaal:
Het paneel is afkomstig van het voormalig altaar. Het Laatste Avondmaal was volgens het Nieuwe Testament de maaltijd die Jezus van Nazareth ter gelegenheid van het joodse Pesach gebruikte met zijn apostelen op de avond (van Witte Donderdag) vóór de dag (Goede Vrijdag) waarop hij aan het kruis stierf (ca. 30 n.Chr.), en twee dagen voor zijn herrijzenis. Tijdens deze maaltijd voorzegde Jezus dat één van zijn discipelen hem zou uitleveren, en stelde hij de Eucharistie of het Heilig Avondmaal in. Aan het einde voorzegde hij de verloochening van Petrus.
Het Laatste Avondmaal is een van de vroegst beschreven gebeurtenissen uit het leven van Jezus, namelijk door de apostel Paulus in 1 Korintiërs 11:23–26, een van de oudste delen van het Nieuwe Testament. Het is een zeldzaam voorbeeld van een gebeurtenis uit het leven van Jezus die buiten de canonieke evangeliën wordt beschreven. Het Laatste Avondmaal staat ook beschreven in alle vier evangeliën (Matteüs 26:17–35, Marcus 14:12–31, Lucas 22:7–38 en Johannes 13:1–17:38). De verhalen verschillen op onderdelen.
Achter het hoofd van Jezus is een aureool, stralenkrans of nimbus afgebeeld. Het is een ring van licht om het lichaam van goddelijk of heilige personen. Een aureool kan ook de straling of lichtkrans aanduiden – doch minder juist – die alleen het hoofd omgeeft.

Omschrijving: beeld van Maria en kind Jezus
Hoogte: ca. 1,4 m (beeld)
Materiaal: gips
Locatie: priesterkoor linksvoor

Het verhaal.
Maria werd onmiddellijk na haar dood in de hemel opgenomen en door God tot koningin gekroond. Ze heeft een kroon op haar hoofd en draagt een scepter. Een scepter (of schepter) is een staf, meestal voorzien van een dikker uiteinde aan de bovenkant, die geldt als machtsymbool van een godheid, koning of keizer en daarom tot de regalia behoort. Traditiegetrouw draagt Maria kind Jezus op de linkerarm. Haar rode ondergewaad duidt op haar waardigheid God te hebben mogen dragen, de blauwe mantel geeft haar menselijkheid aan.
Maria staat op een slang. De slang is het symbool van het kwaad. Maria vertrapt de kop van een slang, de overwinning van de zonde. De beeltenis is grotendeels gebaseerd op de Openbaring van Johannes, waar staat: “Er verscheen een groot teken aan de hemel: een vrouw, bekleed met de zon, de maan onder haar voeten” (Openbaring. 12, 1) en het verhaal op van de zondeval uit Genesis, waar God tegen de slang zegt: “Vijandschap sticht ik tussen u en de vrouw, tussen uw kroost en het hare. Het zal uw kop bedreigen, en gij zijn hiel” (Genesis 3, 15).

Omschrijving: beeld van adelaar in spreekgestoelte
Hoogte: ca. 55 cm
Materiaal: brons
Locatie: los spreekgestoelte in het priesterkoor

Het verhaal:
Het spreekgestoelte heeft een houten statief. Aan de bovenzijde is een adelaar geplaatst als decoratie. De vogel met gespreide vleugels kijkt de bezoekers van de kerk aan. Het dier is niet zomaar willekeurig gekozen. Adelaars komen voor in diverse passages van de bijbel.
Obadja 1: Maar al vlieg je zo hoog als een adelaar, al bouw je je nest in de sterren, dan nog haal ik je neer – spreekt de HEER .
De adelaar is ook het symbool voor evangelist Johannes. In de beeldende kunst worden de 4 evangelisten sinds de vierde eeuw niet alleen afgebeeld in de vorm van menselijke gedaanten, maar ook als symboolgestalten. Deze laatste werden geïnspireerd door de visioenen in de Bijbelboeken Ezechiël 1 en Openbaring 4. Hierin wordt de apostel Mattheüs als engel (of als mens), Marcus als leeuw, Johannes als adelaar en Lucas als stier (of als os of als kalf). Deze weergave, ook wel tetramorf genoemd (uit het Grieks: vier vormen), is waarschijnlijk van Syrische oorsprong.

Omschrijving: beeld van H. Gerardus Majella
Hoogte: ca. 1,5 meter
Materiaal: zandsteen
Locatie: kapel rechtsvoor

Het verhaal:
Gerardus Majella, oorspronkelijk Gerardo Maiella (Muro Lucano, 23 april 1726 – Caposele, 16 oktober 1755) is een rooms-katholieke heilige. Zijn naamdag is 16 oktober.
Majella werd in 1726 in Muro Lucano, nabij Napels, geboren als zoon van een kleermaker. In 1749 meldde hij zich bij de redemptoristen als lekenbroeder. Hier vervulde hij zonder tegenspraak eenvoudig werk. Hij werd bekend om het geduld waarmee hij beledigingen en pijnigingen onderging en om zijn liefdadigheidswerk.
Gerardus Majella had tijdens zijn leven vele visioenen. Verder staan verscheidene bovennatuurlijke verschijnselen, zoals genezingen, bilocatie (aanwezigheid op meerdere plaatsen tegelijkertijd), helderziendheid, profetieën en broodvermenigvuldigingen op zijn naam. Gerardus overleed in 1755 op 29-jarige leeftijd aan tuberculose in Caposele in Zuid-Italië.
Gerardus Majella is de patroonheilige van kleermakers, portiers en zwangere vrouwen. Hij werd in 1893 door paus Leo XIII zalig verklaard en in 1904 heilig verklaard door paus Pius X. Een aan hem gewijd Nederlands bedevaartsoord is het redemptoristenklooster van Wittem. In Overdinkel en het Drentse Barger-Oosterveld vindt elk jaar een processie ter ere van Gerardus Majella plaats. In Barger-Oosterveld is dat op de laatste zondag vóór het feest van Petrus en Paulus (29 juni).
Gerardus is afgebeeld in Franciscanen habijt (of pij). De pij reikt tot de voeten en wordt bijeengehouden door een koord of leren riem. Aan het koord hangt rechts een ketting met een christuskruis en links een van de uiteinden van het koord met daarin diverse knopen.
Achter zijn hoofd is een aureool, stralenkrans of nimbus afgebeeld. Het is een ring van licht om het lichaam van goddelijk of heilige personen. Een aureool kan ook de straling of lichtkrans aanduiden – doch minder juist – die alleen het hoofd omgeeft.

Omschrijving: beeld kind Jezus
Hoogte: ca. 70 cm
Materiaal: hout
Locatie: kapel rechtsvoor

Het verhaal:
Dit beeld van Jezus is onderdeel van de beelden(groep) van de Heilige Familie, zie Maria en Jozef onder op deze pagina. Jezus draagt in zijn linker hand een rijksappel. De rijksappel stelt de wereld voor. De persoon die het object in zijn hand heeft, de wereld dus bezit, stelt een vorst voor.

Omschrijving: beelden van engelen
Hoogte: ca. 70 cm
Materiaal: gepolychromeerd hout
Locatie: kapel rechtsvoor

Het verhaal:
De engelen zijn afkomstig van het vroegere hoofdaltaar. In hun handen houden ze de lijdensattributen vast Christus. De linker engel draagt een doornkrans in de hand en de rechter engel drie pijlen. De doornenkroon is de kroon gemaakt van de takken van een doornstruik en gegeven aan Jezus Christus, na de geseling in opdracht van Pontius Pilatus. Jezus zei dat hij koning was en daarom trokken de soldaten Hem een purperen mantel (volgens Mattheus scharlaken) aan en zetten ze Hem een doornenkroon op het hoofd, om Hem te bespotten. Daarna werd de mantel weer verwisseld voor zijn eigen kleren. Over de doornenkroon wordt verder niets gezegd, volgens de traditie droeg Hij de kroon nog steeds toen hij aan het kruis hing.
De engelen staan op een neoromaanse zuil.

Omschrijving: beeld van Maria en kind Jezus
Hoogte: ca. 80 cm
Materiaal: zandsteen
Locatie: kapel rechtsvoor

Het verhaal:
Bij deze afbeelding heeft de kunstenaar er voor gekozen om Maria niet in een blauwe mantel af te beelden hetgeen min of meer traditioneel getrouwd wel geschiet.
Maria en Jezus dragen beide een kroon. Maria werd onmiddellijk na haar dood in de hemel opgenomen en door God tot koningin gekroond.
Kind Jezus heeft in de linker hand een boek, de bijbel. Jezus maakt met zijn rechter hand het zogenoemde ‘spreekgebaar‘. Het spreekgebaar is het opsteken van de rechterhand met de wijsvinger en de middelvinger naast elkaar gestrekt en de duim soms gevouwen over de naar binnen gebogen ringvinger en pink. Met dit gebaar geboden vroeger oratoren hun toehoorders tot stilte en aandacht. In moderne tijden dient het ter bevestiging van het uitspreken van of instemmen met een eed. In sommige landen wordt voor dit laatste de opgestoken open hand gebruikt.

Omschrijving: 2 panelen in hoog reliëf
Afm.: ca. 120 x 110 cm
Materiaal: gepolychromeerd hout
Locatie: kapel rechtsvoor

Het verhaal:
Achter hun hoofden is een aureool, stralenkrans of nimbus afgebeeld. Het is een ring van licht om het lichaam van goddelijk of heilige personen. Een aureool kan ook de straling of lichtkrans aanduiden – doch minder juist – die alleen het hoofd omgeeft.
Op het linker paneel is afgebeeld: ?
Op het rechter paneel is afgebeeld: ?

Omschrijving: beeld van H. Stefanus
Kunstenaar: Cuypers & Stoltenberg Co (Roermond)
Hoogte: ca. 70 cm
Materiaal: gepolychromeerd hout
Locatie: kapel linksvoor

Het verhaal:
Stefanus was diaken en de eerste martelaar. Op een 3e augustus halverwege de 5e eeuw kwam het stoffelijk overschot van Sint Stefanus vanuit Jeruzalem naar Rome. Men wilde hem bijzetten in de kerk van Sint Petrus Banden. Maar – aldus de legende Aurea uit de 13e eeuw – toen zij de kerk van Laurentius passeerden konden de dragers opeens geen stap meer verzetten. Daarop krijste een meisje: “Snappen jullie niet waarom je niet verder kunt? Sint Stefanus heeft zichzelf natuurlijk een plaatsje uitgekozen aan de zijde van broeder Laurentius.” Dus brachten ze Stefanus naar Sint Laurentius. Die wilde laten zien hoe blij hij was met de komst van zijn medediaken en schoof een beetje opzij in zijn graf, zodat Stefanus ernaast kon liggen.
Oorspronkelijk stonden de beelden van Laurentius en Stefanus in een kapelkast met daarboven drie kandelaars. Zij maakten deel uit van het vroegere hoofdaltaar.
Stefanus wordt over het algemeen afgebeeld in de kledij van de diaken, de dalmatiek, vaak als jongeman zonder baard en met vriendelijke gelaatstrekken. Als attribuut draagt hij stenen in zijn handen hetgeen symbool staat voor zijn steniging. Dit naar aanleiding van “grote wonderen en tekenen onder het volk die hij verrichtte”. Op enig moment werd hij voor het sanhedrin geroepen, omdat hij zich “tegen de tempel en de wet” zou keren. In de linkerhand draagt hij een lelietak.

Omschrijving: beeld van Maria en kind Jezus
Kunstenaar: Cuypers & Stoltenberg Co (Roermond)
Hoogte: ca. 70 cm
Materiaal: gepolychromeerd hout
Locatie: kapel linksvoor

Het verhaal:
Maria draagt traditiegetrouw een blauwe mantel hetgeen staat voor haar menselijkheid. Kind Jezus houdt in de rechterhand een rozentak vast. Meestal draagt Maria kind Jezus op de linkerhand maar hier heeft de kunstenaar gekozen voor een andere compositie.

Omschrijving: beeld van St. Laurentius van Rome
Kunstenaar: Cuypers & Stoltenberg Co (Roermond)
Hoogte: ca. 70 cm
Materiaal: gepolychromeerd hout
Locatie: kapel linksvoor

Het verhaal:
Het verhaal van St. Laurentius leest u hierboven bij de drie beelden van Hippolytus, Sint-Laurentius en Romanus.

Omschrijving: beeld van H. Theresia van Lisieux
Hoogte: ca. 1,2 meter
Jaar: 1923
Materiaal: zandsteen
Locatie: rechter absis

Het verhaal:
Theresia van Lisieux is een Franse heilige en kerkleraar van de Rooms-Katholieke Kerk. Haar feestdag valt op 1 oktober. Ze wordt ter onderscheid van de heilige Theresia van Ávila ook wel “de kleine Theresia” genoemd. Ze is de patrones van missionarissen en het missiewerk en van Frankrijk en Rusland.
Theresia werd op haar tiende ernstig ziek totdat het Mariabeeld op 13 mei boven haar bed naar haar glimlachte, waarna ze volledig genas. Al op jonge leeftijd voelde ze dat het haar roeping was God te dienen. Ze was uitzonderlijk vroom, maar stond ook bekend om haar wilskracht en gevoel voor humor. Ze besloot in te treden bij de orde van de Ongeschoeide Karmelietessen in Lisieux (Normandië) waar twee zussen van haar al eerder waren ingetreden. Op haar vijftiende trad zij met toestemming van haar bisschop en moeder-overste daadwerkelijk in bij de orde, na zelfs tot bij paus Leo XIII om een uitzondering gevraagd te hebben vanwege haar leeftijd (de paus antwoordde “Als God het wil”). In 1890 deed zij haar professie en in 1893 kreeg zij de zorg over de novicen toebedeeld. Op aanwijzingen van haar zus, die op dat moment tevens overste was, begon zij in 1895 met het opschrijven van haar levensverhaal. In 1896 werd tuberculose bij haar geconstateerd. Ze stierf op 24-jarige leeftijd aan de ziekte.
Na haar dood wist een medezuster over haar diepe verbondenheid met Jezus het geloof heel dichtbij te brengen. Dit is mede de reden dat haar autobiografie, Histoire d’une âme (Het verhaal van een ziel) zeer populair is en in meer dan 40 talen is vertaald.
Op 29 april 1923 werd Theresia zalig verklaard. Haar heiligverklaring volgde op 17 mei 1925. In 1997 werd Theresia, als derde vrouw in de geschiedenis, door paus Johannes Paulus II tot kerkleraar uitgeroepen.
Achter haar hoofd is een aureool, stralenkrans of nimbus afgebeeld. Het is een ring van licht om het lichaam van goddelijk of heilige personen. Een aureool kan ook de straling of lichtkrans aanduiden – doch minder juist – die alleen het hoofd omgeeft.

Omschrijving: Christuskruisbeeld
Kunstenaar: Omer Gielliet – RKD
Hoogte: ca. 1,3 meter
Materiaal: hout
Locatie: kolom rechter beuk

Het verhaal:
Pastoor Omer Gielliet uit Breskens genoot sinds 1967 brede bekendheid in het werken met hout. Hij had zijn atelier naast zijn parochiekerk. In en rond die kerk waren een aantal van zijn beeldhouwwerken opgesteld. Gielliet werkte veel met hout wat hij toevallig tegenkwam. Zo gebruikte hij wrakhout, oude bielsen, hout van sluisdeuren maar ook stronken en hele bomen. Hij maakte gebruik van de grillige natuurlijke vormen van gebruikt hout, zelfs hout van 30.000 jaar oud dat opgebaggerd werd. Bij verschillende werken liet hij zich inspireren door de vorm van het hout wat hij in handen kreeg.
In de gemeente Breda zijn meerdere van zijn werken te bekijken: Pater Damiaan in de tuin van de paters H. Harten in Bavel, Maria in kersenhout in een kapel van de kerk op het Mgr. Nolensplein, en “Bokkensprongen” naast de hoofdingang van verpleeghuis Lucia in Princenhage.

Omschrijving: paneel in hoog reliëf, Laurentius wordt Diaken gewijd 
Afm.: ca. 80 x 140 cm
Materiaal: gepolychromeerd hout
Locatie: linkerbeuk, rechts van het orgel

Het verhaal:
Het reliëf is afkomstig van het voormalige Laurentiusaltaar. Het hangt nu rechts van het orgel tegen de muur. Laurentius wordt diaken gewijd, knielend voor de paus die een kelk en pateen overhandigt.
Achter zijn hoofd is een aureool, stralenkrans of nimbus afgebeeld. Het is een ring van licht om het lichaam van goddelijk of heilige personen. Een aureool kan ook de straling of lichtkrans aanduiden – doch minder juist – die alleen het hoofd omgeeft.
Onderschrift: De Heilige Laurentius wordt diaken gewijd.

Omschrijving: paneel in hoog reliëf, Laurentius wordt gevangen genomen
Hoogte: ca. 80 x 140 cm
Materiaal: gepolychromeerd hout
Locatie: linkerbeuk, links van het orgel

Het verhaal:
Het reliëf is afkomstig van het voormalige Laurentiusaltaar. Het hangt nu links van het orgel tegen de muur. Laurentius wordt gevangen genomen, hij is omgeven door drie soldaten en een magistraat met een wetsrol.
Achter zijn hoofd is een aureool, stralenkrans of nimbus afgebeeld. Het is een ring van licht om het lichaam van goddelijk of heilige personen. Een aureool kan ook de straling of lichtkrans aanduiden – doch minder juist – die alleen het hoofd omgeeft.
Laurentius wordt wel gevangengenomen, maar niet meteen ter dood gebracht. Keizer Valerianus eist van hem dat hij eerst alle rijkdommen van de Kerk, de kostbare gouden en zilveren vaten en ook de heilige boeken die onder zijn hoede zijn gesteld, aan hem overhandigt. De keizer heeft namelijk veel geld nodig om het grote rijk te verdedigen tegen aanvallen van Germanen en andere vreemde volkeren, en ook de keizerlijke eredienst kost veel geld.
Onderschrift: De Heilige Laurentius wordt gevangen genomen.

Omschrijving: houtsnijwerk 
Afm.: ca. 60 x 60 cm
Materiaal: hout
Locatie: linker en rechter zijbeuk boven de biechtstoel

Het verhaal:
Boven de twee biechtstoelen zijn aan iedere zijde timpanen van fraai houtsnijwerk aangebracht die het thema vergeving dragen. Beide zijn afkomstig uit de vroegere kerk.
Foto boven en links in de kerk:
De linker timpaan bevindt zich achter het orgel (het orgel is later voor de biechtstoel gezet), waardoor het paneel niet meer zichtbaar is.
De afbeelding toont een zondige vrouw die met haar haren de voeten droogt van Jezus, terwijl hij maaltijd vierde met de Farizeeër Simon en hij de vrouw haar zonder vergaf.
Foto onder en rechts in de kerk:
De afbeelding toont de thuiskomst van de verloren zoon. De vader neemt zijn zoon weer liefdevol op in zijn gezin en vergeeft hem de uitspattingen in zijn losbandige leven. De hoofdpersoon is de Vader die zijn zoon omarmt en blij is met zijn thuiskomst. Het verhaal gaat eigenlijk om twee zonen. Zo is ook de hemelse Vader verheugd als wij ons toe keren naar zijn Vaderhuis, waar wij in liefde worden ontvangen. Te zien is dat het gemeste kalf wordt geslacht. (Lucas 15, 11-31) Het is de gelijkenis van de barmhartige liefde van God de Vader, die de fouten vergeeft van ieder die spijt heeft over begane misstappen.

Omschrijving: twee losse paneeltjes 
Afm.: ca. 30 x 60 cm
Materiaal: gepolychromeerd hout
Locatie: linker en rechter zijbeuk

Het verhaal:
De twee paneeltjes zijn afkomstig van een voormalig altaar. De vier personen houden allen een geopend boek vast met teksten. De uitspraken van deze kerkleraren zijn verbonden met of hebben betrekking op het heilig sacrament van de Eucharistie en met name op de consecratie dat Christus tegenwoordig is in brood en wijn, dat wij vieren om Hem te herdenken met zijn aanwezigheid in het laatste Avondmaal met zijn leerlingen.
Thomas van Aquino met de tekst: “DEUS ET HOMO SUB MODICI PANIS ET VINI SPECIE SENTINETUR”. Vertaling: “God en mens wordt begrepen/gevoeld onder de gedaante van brood en wijn”.
Augustinus van Hippo met de tekst: “O SACRAMENTUM PIETATIS O VINCULUM CHARITATIS”. Vertalin: “O sacrament van vroomheid, o band van liefde”.
Koning David met de tekst “NOS CARENEM EJUS VIVEMUS”. Vertaling: “dat wij mogen leven door zijn vlees/lichaam”.
Bonaventura met kardinaalshoed met de tekst: “POST CONSECRATIONEM DICO TIBI CORPUS EST CHRIST”. Vertaling: “na de  consecratie zeg ik u: het lichaam is van Christus”.

Omschrijving: beeld van Heilige Familie (gedeeltelijk)
Hoogte: ca. 1,6 meter
Materiaal: gepolychromeerd hout
Locatie: rechts achterin de kerk

Het verhaal:
Deze beeldengroep van Maria en Jozef is onderdeel van de Heilige Familie maar het is niet compleet. Kind Jezus is er tussen uit gehaald en staat voorin de kerk, zie hierboven op de pagina.

Omschrijving: beeld van Maria
Kunstenaar: atelier in Kevelaar
Hoogte: ca. 1,2 meter
Materiaal: gepolychromeerd hout
Locatie: kolom rechts achterin de kerk

Het verhaal:
Maria staat op een slang met een appel in de bek. De slang is het symbool van het kwaad, de appel in de bek van de slang verwijst naar de zondeval. Maria vertrapt de kop van een slang, de overwinning van de zonde. De beeltenis is grotendeels gebaseerd op de Openbaring van Johannes, waar staat: “Er verscheen een groot teken aan de hemel: een vrouw, bekleed met de zon, de maan onder haar voeten” (Openbaring 12, 1) en het verhaal op van de zondeval uit Genesis, waar God tegen de slang zegt: “Vijandschap sticht ik tussen jou en de vrouw, tussen jouw nageslacht en het hare, zij verbrijzelen je kop, jij bijt hen in de hiel” (Genesis 3, 15).

Omschrijving: beeld van St. Laurentius van Rome
Kunstenaar: Cuypers & Stoltenberg Co (Roermond)
Hoogte: ca. 1,8 meter
Materiaal: gepolychromeerd hout
Locatie: kolom links achterin de kerk 

Het verhaal:
Het verhaal van St. Laurentius leest u hierboven bij de drie beelden van Hippolytus, Sint-Laurentius en Romanus.

Omschrijving: beeld van Heilig Hart van Jezus
Hoogte: ca. 1,8 meter
Materiaal: gepolychromeerd hout
Locatie: rechts achterin de kerk

Het verhaal:
In de zeventiende eeuw had Margaretha Maria van Alacoque een aantal verschijningen, waarbij Jezus haar zijn Heilig Hart toont en haar een aantal beloftes deed voor degenen die het Heilig Hart in ere houden. Aan het eind van de negentiende eeuw bloeide de devotie voor Jezus Heilig Hart op. Het Hart van Jezus wordt in de kunst gewoonlijk afgebeeld als een geopende borstkas met daarin een bloedrood hart met een vlam. Het hart staat voor de persoon van Christus’ Leven en Lijden, terwijl de vlam de Liefde en Barmhartigheid representeert.

Omschrijving: beeld van Antonius van Padua
Hoogte: ca. 1,7 meter
Materiaal: zandsteen
Locatie: rechts achterin de kerk

Het verhaal:
Antonius sloot zich in 1210 aan bij de Augustijnen in Lissabon. In 1212 verhuisde hij naar Coimbra om niet langer door familieaangelegenheden gestoord te worden in zijn geestelijke ontwikkeling. Onder de indruk gekomen van de eerste martelaren van de minderbroeders sloot hij zich in 1220 bij hen aan. Hij trok naar Noord-Afrika om daar het christelijk geloof te verspreiden onder de moslims. Later was zijn werkterrein Frankrijk en Italië. Waarschijnlijk werd hij in 1222 te Forlì tot priester gewijd. Veel mensen vonden door zijn toedoen de weg naar het katholieke geloof. Op last van Franciscus van Assisi doceerde hij theologie aan zijn medebroeders. In 1227 benoemde Johannes Parenti, de toenmalige generaal-overste van de minderbroeders hem tot provinciaal van de Romagna in Italië, waar hij van 1222 tot 1224 al predikend had rondgetrokken. In 1230 vroeg en kreeg hij ontslag omdat zijn gezondheidstoestand verslechterde. Hij stierf in 1231 en werd nog geen jaar later door paus Gregorius IX heilig verklaard. In 1946 werd hij als ‘leraar van het evangelie’ tot kerkleraar uitgeroepen.
Antonius is de patroonheilige van de Franciscanen, verloren voorwerpen, vrouwen en kinderen, armen, bakkers, mijnwerkers, het huwelijk, reizigers en verliefden en patroon tegen schipbreuk, de pest en koorts. Men bad tot hem tijdens het zoeken en op sommige plaatsen keerde men zijn beeld zolang naar de muur tot datgene wat men zocht teruggevonden was.
Rond zijn graf in Padua is de basiliek Basilica di Sant’Antonio gebouwd.
In Lissabon zou het kerkje Santo António à Sé gebouwd zijn op de plaats waar Antonius werd geboren. Hij is een zeer geliefde heilige in de Portugese hoofdstad. Sinds 1934 is Antonius een beschermheilige van Portugal en 13 juni is er een officiële feestdag.
Antonius is afgebeeld in Franciscanen habijt (of pij). De pij reikt tot de voeten en wordt bijeengehouden door een koord of leren riem. Aan het koord hangt rechts een ketting met een christuskruis en links een van de uiteinden van het koord met daarin drie knopen. Deze knopen staan symbool voor de Drie-eenheid (de Vader, de Zoon en de Heilige geest). In de rechterhand draagt hij een lelie en in de linkerhand kind Jezus.
De tonsuur of kruisschering (het gedeeltelijk kaalscheren) is kenmerkend voor een kloosterling, hij is daarmee clericus, iemand die een geestelijk erfdeel heeft ontvangen en opgenomen is in de geestelijke stand.

Omschrijving: beeld van H. Franciscus van Assisi
Hoogte: ca. 1,5 meter
Materiaal: hout
Locatie: links achterin de kerk

Het verhaal:
Franciscus is afgebeeld in habijt (of pij) van de door hem gestichte orde. Meestal is een pij donkerbruin of zwart gekleurd maar de camaldulenzers hebben een witte pij en worden de witte benedictijnen genoemd. De pij reikt tot de voeten en wordt bijeengehouden door een koord of leren riem. Hij heeft hij twee typische Franciscus attributen bij zich: een crucifix, voorwerp van devotie en een doodshoofd, een schedel als teken van zijn vroomheid.
Franciscus wordt vaak afgebeeld met voeten in sandalen, de handen gekruist op de borst en met het kruis in de handen.
Achter zijn hoofd is een aureool, stralenkrans of nimbus afgebeeld. Het is een ring van licht om het lichaam van goddelijk of heilige personen. Een aureool kan ook de straling of lichtkrans aanduiden – doch minder juist – die alleen het hoofd omgeeft.

Omschrijving: iconostase met 10 afbeeldingen van heiligen en 6 engelen
Hoogte: ca. 2,4 meter
Materiaal: gepolychromeerd hout
Locatie: boven tochtportaal achterin de kerk

Het verhaal:
Afgebeelde heiligen op de iconostase:
Bovenste rij: H. Maria, 2 engelen en H. Johannes
Middelste rij: H. Rosa van Lima, H. Thomas van Aquino, 2 engelen, H. Franciscus van Assisi en H. Theresia van Avila
Onderste rij: ?, H. Catharina van Alexandrië, 2 engelen, H. Augustinus van Hippo en H. Brigitta van Zweden

Omschrijving: beeld van paus Gregorius de Grote
Hoogte: ca. 80 cm
Jaar: 1924
Materiaal: hout
Locatie: boven tochtportaal achterin de kerk

Het verhaal:
De heilige Gregorius bijgenaamd de Grote, was de 64e paus van de Katholieke Kerk. Hij bekleedde het pontificaat van 590 tot aan zijn dood in 604 en geldt als een van de kerkvaders. Paus Bonifatius VIII verleende hem in 1295 de eretitel van kerkleraar. Zijn feestdag is 3 september in de rooms-katholieke kerk; de oosters-orthodoxe kerken en de oosters-katholieke kerken vieren zijn feestdag op 12 maart.
In de tijd van Gregorius leefde binnen de Kerk een strijd over de interpretatie van het Bijbelse verbod op beeldenverering (het Tweede Gebod in Exodus 20, 1:5). Gregorius hing de strekking aan dat het geen algemeen verbod op afbeeldingen betrof. Beroemd is zijn terechtwijzing in 600 van bisschop Serenus van Marseille, die afbeeldingen van heiligen had laten vernietigen wegens excessieve devotie. Hij schreef: Wat de Schrift is voor geletterden, zijn afbeeldingen voor analfabeten. Alles wat verder ging dan de strikte overdracht van de Bijbelse boodschap, zoals het illusionisme en de harmonische verhoudingen uit de oudheid, viel buiten de legitimatie en was feitelijk verwerpelijk. Zo was Gregorius van groot belang voor de figuratieve traditie in de Europese kunst.
In zijn linkerhand een open boek waar hij met de rechterhand naar wijst.

Omschrijving: beeld van H. Ambrosius van Milaan
Hoogte: ca. 80 cm
Jaar: 1924
Materiaal: hout
Locatie: boven tochtportaal achterin de kerk

Het verhaal:
De heilige Ambrosius van Milaan leefde in de vierde eeuw. Hij was een kerkvader, bisschop van Milaan en schreef veel werken over de Kerk.
Ambrosius is de patroonheilige van de imkers. Een legende vertelt dat boven de wieg van Ambrosius een zwerm bijen vloog. De bijen druppelden honing in de mond van de baby, vandaar dat men spreekt dat de redevoeringen van deze heilige “zoet als honing” waren. Zijn feestdag is op 7 december.
Hij wordt afgebeeld als bisschop (tabberd, mijter, staf) meestal met boek; naar aanleiding van zijn legende zeer vaak met een bijenkorf; soms met een geselroede (vooral vanwege het berispen van keizer Theodosius I); soms met beenderen in de hand (omdat hij de relieken van Gervasius en Protasius terugvond).

Omschrijving: beeld van H. Augustinus van Hippo
Hoogte: ca. 80 cm
Jaar: 1924
Materiaal: hout
Locatie: boven tochtportaal achterin de kerk

Het verhaal:
Augustinus van Hippo ook wel Sint-Augustinus genoemd was bisschop van Hippo, theoloog, filosoof en kerkvader. Hij wordt beschouwd als de belangrijkste kerkvader van het Westen. Tot zijn bekendste werken behoren de Confessiones en De civitate Dei.
Na zich in Thagaste een paar jaar in stilte met Bijbelstudie te hebben beziggehouden werd Augustinus in 391, tijdens een bezoek aan de havenstad Hippo, aldaar tegen zijn zin in 391 tot priester gewijd. In 395 tot werd hij gekozen tot medebisschop (met het recht van opvolging van de bisschop van Hippo Regius). Van 396 tot zijn dood in 430 was hij bisschop van de Kerk van Hippo Regius. Ook in die functie bleef hij een sober kloosterleven leiden in zijn bisschoppelijke woning.
Als bisschop stichtte hij een leefgemeenschap voor clerici. Voor deze geestelijken schreef hij Praeceptum. Deze Regel van Augustinus vormt nog altijd de basis voor kloosterordes van de mannelijke en vrouwelijke tak van de Reguliere kanunniken, de Augustijnen, de Norbertijnen, de Dominicanen en verschillende congregaties van Kruisheren die in de loop der geschiedenis ontstonden.
Als priester en bisschop werd Augustinus een gerenommeerd prediker. Er zijn bijna zeshonderd preken van hem overgeleverd, naar schatting 10% van het totale aantal preken dat hij heeft gehouden. Een deel van zijn predikend leven besteedde hij aan de bestrijding van de aanhangers van met name de andersdenkende (ketterse) stromingen van het manicheïsme, het donatisme en het pelagianisme. Vooral was hij pastoraal bewogen en bezorgd om het welzijn van de mensen die aan zijn zorg als bisschop waren toevertrouwd. Uit deze tijd resten zijn uitspraken “Met u ben ik christen, voor u ben ik bisschop” (in een preek over het bisschopsambt) en “Heb de zondaar lief, maar haat de zonde.”

Omschrijving: beeld van H. Hiëronymus van Stridon
Hoogte: ca. 80 cm
Jaar: 1924
Materiaal: hout
Locatie: boven tochtportaal achterin de kerk

Het verhaal:
Hiëronymus van Stridon was een schrijver, vertaler en kluizenaar in het vroege christendom. Hij wordt in het christendom vaak ook beschouwd als een kerkleraar, kerkvader en heilige. De Rooms-Katholieke Kerk rekent hem tot de vier grote kerkvaders van het Westen (zie beelden hierboven). 

Omschrijving: glas-in-lood vensters
Kunstenaar:
– Charles Eyck – RKD, linker transept
– Frans Nicolas, rechter transept en hoogkoor
Afmeting: divers
Materiaal: glas-in-lood met gebrandschilderd glas
Locatie: links en rechts in het schip

Het verhaal:
De neogotische kerk heeft 17 mooie en grote glas-in-lood ramen. Ze zijn een bezienswaardigheid. De overige glas-in-lood vensters hebben eenvoudig wit glas. Als gevolg van een bombardement in mei 1940 liep de kerk de nodige oorlogsschade op. Zo werden de ramen aan de noordzijde zijde helemaal vernield alsmede de glas-in-lood ramen in  de westgevel. De glas-in-lood ramen in het noordertransept vallen op met zijn heldere kleuren, overwegend blauw met fraaie accenten in helder rood, evenwichtig verdeeld over het raam. Charles van Eyck wilde dat de tekening van de voorstelling in harmonie was met de architectuur van het raam. De voorstelling is gebaseerd op de oordelende rechter uit het credo: qui sedes ad dexteram Patris (die zit aan de rechterhand van de vader) gevolgd door: judicare vivod et mortuos (en zal oordelen de levenden en de doden). Het laatste oordeel wordt beschouwd als de volmaakte triomf van God over het kwaad. Christus staat boven in het midden afgebeeld, met daaronder Maria en Johannes als onze voorsprekers bij het Oordeel.
Daaronder vinden we de afbeelding van de aartsengel Michaël als overwinnaar van na de val der engelen. Michaël symboliseert in de Byzantijnse opvattingen ‘de Oppermacht’. Aan de linker en rechterzijde van Michaël vinden we in de nok van het raam zijn Latijnse wapenspreuk terug “Quis ut Deus” (wie is als God?).
Onder de wapenspreuk zijn de buitenste ramen besteed aan apostelen zonder hun kenmerkende attributen.
In Marcus (6, 6b-13) lezen we: “Jezus ging rond in de dorpen waar Hij onderricht gaf. Hij riep de Twaalf bij zich en begon hen twee aan twee uit te zenden. Hij gaf hun volmacht over de onreine geesten en verbood hun iets anders aan te nemen voor onderweg dan alleen een stok: geen voedsel, geen reiszak, geen kopergeld in hun gordel.    
In het hoogkoor zijn zeven vensters aangebracht met afbeeldingen van grote momenten uit het leven van Christus. Van links naar rechts:
– blank glas
– Boodschap des engels
– Geboorte des zaligmakers
– heilig Avondmaal
– Kruisiging
– blank glas