St. Antoniuskathedraal St. Janstraat

Aanvullingen en correcties over kerkkunst in de gemeente Breda worden zeer gewaardeerd. U kunt uw informatie zenden naar het emailadres als vermeld op de pagina INFO / CONTACT
Laatste update van deze pagina 13-2-2024

Onderstaande religieuze kunstwerken bevinden zicht in de St. Antoniuskathedraal aan de St. Janstraat. De kathedraal is gewijd aan de heilige Antonius van Padua.
Status: Rijksmonument 10227.
De Antoniuskathedraal is in 1837 in gebruik genomen, maar de religieuze kunstwerken dateren van net vóór en na de eeuwwisseling. Het is de tijd van reveil; katholieken konden hun godsdienstig leven weer in het openbaar uiten en lieten dat ook vol trots zien. De kunstvoorwerpen uit deze tijd ademen dus een heel specifieke geloofsopvatting.

Antonius van Padua (Lissabon, 15 augustus 1195 – Padua, 13 juni 1231), geboren als Fernando Martins de Bulhões in een rijke, adellijke familie, was een minderbroeder die theoloog en kerkleraar was. Hij wordt als een belangrijke heilige beschouwd.
In katholieke kringen wordt Antonius aangeroepen om zoekgeraakte zaken terug te vinden met de volgende woorden: “Heilige Antonius, beste vrind, maak dat ik m’n … vind” of “Heilige Antonius, lieve sint, zorg dat ik m’n … vind” of “Sint Antonius, heilige man maak dat ik mijn … vinden kan”. Als het voorwerp is teruggevonden moet men de Heilige Antonius bedanken.
Weerspreuken:
– Als Sint-Antoon de zon doet schijnen, ziet de boer zijn zorgen verdwijnen.
– Is Sint-Antonius nat, dan drinkt de boer zich zat.
– Sint-Antonius schoon en helder, vult ’t vat en ook de kelder.
Antonius wordt vaak afgebeeld met de volgende attributen: Evangelieboek, brood, peuter, Jezus, lelie, knielende ezel (in combinatie met monstrans).

Omschrijving: beeld van heilige
Hoogte: ca. 3 meter
Jaar: 1837
Materiaal: steen
Locatie: boven de entree van de kerk aan de buitenzijde.

Het verhaal:
Klassieke voorstelling van een heilige. In haar linker hand houdt ze een kruis vast en in haar rechter hand een ciborie (hostiekelk). Boven de kelk zweeft een stralende hostie, een prominente uiting van de herwonnen katholieke trots.
Onder het beeld is te lezen: “A.D. MDCCCXXXVII”, Anno Domini 1837 = in het jaar onzes heren het bouwjaar van de kerk.

Omschrijving: hoogaltaar
Hoogte: ca. 3,5 meter
Materiaal: marmer, messing, hout en steen
Locatie: achterin het priesterkoor

Het verhaal:
Het hoogaltaar is bijzonder rijk gedecoreerd en opgebouwd uit marmer, messing, hout en steen. De vier belangrijkste onderdelen zijn de messing plaquettes van de Melchisedek,  de Barmhartige Samaritaan, de tabernakel en Lam Gods.
Melchisedek “koning van rechtvaardigheid” of “mijn koning is rechtvaardig” was volgens de traditie in de Hebreeuwse Bijbel ten tijde van aartsvader Abraham de “koning van Salem” en “priester van God, de Allerhoogste”.
In Genesis ontmoet Abraham na een succesvolle slag Melchisedek, die als koning van Salem en priester van de Allerhoogste God (El-Eljon) wordt geïntroduceerd. Hij brengt Abraham brood en wijn en spreekt daarna een zegenspreuk over Abram uit en daarna over de Allerhoogste God: “Gezegend zij Abram door God, de Allerhoogste, schepper van hemel en aarde. Gezegend zij God, de Allerhoogste: uw vijanden leverde hij aan u uit.” Daarna gaf Abram aan Melchisedek een tiende van de buit.
In het Nieuwe Testament wordt Melchisedek alleen in Hebreeën 7:1-19 genoemd. De patristische exegese ziet Melchisedek hierin vooral in het licht van vers 3: “Hij heeft geen vader of moeder, geen stamboom, geen oorsprong of levenseinde en lijkt op de Zoon van God — hij is priester voor altijd.” Verder zijn geen van Hebreeën onafhankelijke tradities of interpretaties bewaard gebleven. Alleen het gebruik van brood en wijn bij het Laatste Avondmaal en de doorwerking in de eucharistie kunnen eventueel worden herleid tot Melchisedek, aangezien in het verhaal over de uittocht uit Egypte en het hiernaar verwijzende Pesach alleen van ongezuurde broden sprake is, niet van wijn.

Op het rechter paneel het verhaal van de Barmhartige Samaritaan. Op een dag reisde een man van Jeruzalem naar Jericho en werd overvallen door rovers. Deze trokken hem zijn kleren uit, mishandelden hem en lieten hem halfdood achter. Toevallig kwam er een priester langs, zag hem liggen en liep met een grote boog om hem heen. Hetzelfde deed een Leviet die hem daarna zag liggen. Een Samaritaan die op reis was, kreeg medelijden toen hij het slachtoffer zag liggen. Hij verzorgde de man en verbond zijn wonden. Daarna zette hij de man op zijn rijdier en bracht hem naar een logement, waar hij verder voor hem zorgde. De volgende dag gaf hij twee denarie aan de eigenaar van het logement met instructies verder voor de man te zorgen. Mocht die som niet genoeg zijn, zou hij meer betalen als hij weer langskwam op zijn terugreis. (Lucas 10:25-35)

Het middenpaneel is het deurtje van de tabernakel. Jezus staande op een wolk wordt omgeven door zonnestralen.

Op het paneel van Lam Gods ligt het lam op het offerblok. Het houdt een vaandel vast. Agnus Dei (Latijn voor Lam Gods) is een uitdrukking die verwijst naar Jezus Christus in zijn rol van de perfecte sacramentele opoffering die de zonden van de mens verzoent in de christelijke theologie.
In Johannes 1:29 en 1:36 wijst Johannes de Doper naar Jezus met de woorden: “Ziet, daar is het Lam van God dat de zonde van de wereld wegneemt”.
In Openbaring 5:4 e.v. treedt Jezus op in de gedaante van een geslacht lam.
In Jesaja 53:7 staat: “Als een lam werd Hij ter slachting geleid; als een schaap dat stom is voor zijn scheerders, zo deed Hij Zijn mond niet open.”
In Handelingen 8 is te lezen dat dit gedeelte werd gelezen door de Ethiopische kamerheer en dat dit werd uitgelegd door de apostel Filippus. In Handelingen 8 is deze tekst geciteerd uit de Septuagint, wat verklaart dat de tekst iets anders is dan de Hebreeuwse tekst in Jesaja 53.
Het offer van een lam en het bloed van het lam zijn in de godsdiensten van het Midden-Oosten een vaker gebruikt beeld.
In de kunst is het Agnus Dei de figuur van een lam dat een kruis draagt, symbool voor Jezus als Lam van God. Deze voorstelling wordt vaak gebruikt in christelijke kunstwerken, waarvan De aanbidding van het Lam Gods in Gent het beroemdste is.

Omschrijving: altaar
Afm.: panelen ca. 40 x 60 cm
Materiaal: verguld hout
Locatie: in het priesterkoor

Het verhaal:
Het altaar heeft drie panelen met afbeeldingen van Maria?, Lam Gods en Josef?
Zie hierboven voor de beschrijving van Lam Gods.

Omschrijving: beeldengroep van Hostiewonder van Antonius
Atelier: Hendrik Peeters – DievoortRKD
Hoogte: ca. 2 meter
Jaar: 1868
Materiaal: hout
Locatie: onder spreekstoel

Het verhaal:
Deze schepping vertelt een beeldverhaal in hout over het leven, de wonderen en dood van de heilige Antonius van Padua. De beeldengroep verhaalt van het hostiewonder in Rimini.
Legende met de ezel. Antonius leefde in de tijd (12e eeuw) dat de ketterij der Albigenzen zich wijd had verspreid. De Albigenzen loochenden de godheid van Christus, en geloofden ook niet in de werkelijke tegenwoordigheid van Christus in de eucharistie. Antonius trad in zijn preken herhaaldelijk tegen hen op: “Op het altaar gebeurt de wezensverandering van brood en wijn in het lichaam en bloed van Christus. Het lichaam dat door de maagd ter wereld werd gebracht, dat aan het kruis hing, dat in het graf lag, dat op de derde dag verrees, dat naar de rechterhand van de Vader opsteeg: dat lichaam wordt dagelijks door de priester geconsacreerd en aan de gelovigen uitgereikt.” Een leider der Albigenzen bleef echter ontkennen. Daarop koos Antonius een wel heel opmerkelijke manier om de man te overtuigen. Hij wilde wedden, dat de ezel van de Albigens wel eerbied aan de hostie zou betuigen waar zijn meester dat niet deed! Om te beginnen kreeg het dier drie dagen geen eten meer. Daarop werd de voerbak tot de rand gevuld. Nu hield Antonius het dier de heilige hostie voor. Het liet zijn voerbak voor wat die was en ging onmiddellijk door de knieën om zijn eerbied te betuigen. Waarop de ketter zich inderdaad bekeerde.

foto

Omschrijving: spreekstoel
Atelier: Hendrik Peeters – DievoortRKD
Hoogte: ca.
Jaar: 1865
Materiaal: hout
Locatie: rechts in de kerk

Het verhaal:
In de trapleuning zijn portretten van de vier evangelisten opgenomen, ieder met zijn eigen symbool in het klein erbij: Matteus met de engel, Marcus met de leeuw, Lucas met het rund en Johannes met de adelaar. Boven de kap bevinden zich de wapens van de eerste bisschop van Breda Johannes van Hooydonk (1853-1867) en bisschop Joannes van Genk (1867-1874) en het wapen van het bisdom Breda.

Omschrijving: bidaltaar Maria
Hoogte beeld: ca. 1,8 meter
Hoogte altaar: ca. 5 meter
Jaar: 1900
Materiaal: marmer, messing, hout en steen
Locatie: het Maria altaar rechts voorin de kerk

Het verhaal:
Maria werd onmiddellijk na haar dood in de hemel opgenomen en door God tot koningin gekroond. Ze heeft een kroon op haar hoofd en draagt een scepter. Een scepter (of schepter) is een staf, meestal voorzien van een dikker uiteinde aan de bovenkant, die geldt als machtsymbool van een godheid, koning of keizer en daarom tot de regalia behoort. Traditiegetrouw draagt Maria kind Jezus op de linkerarm maar bij deze afbeelding heeft de kunstenaar gekozen om kind Jezus op haar rechter arm te zetten. Haar rode ondergewaad duidt op haar waardigheid God te hebben mogen dragen, de blauwe mantel geeft haar menselijkheid aan.
Maria staat op een slang. De slang is het symbool van het kwaad. Maria vertrapt de kop van een slang, de overwinning van de zonde. De beeltenis is grotendeels gebaseerd op de Openbaring van Johannes, waar staat: “Er verscheen een groot teken aan de hemel: een vrouw, bekleed met de zon, de maan onder haar voeten” (Openbaring 12, 1) en het verhaal op van de zondeval uit Genesis, waar God tegen de slang zegt: “Vijandschap sticht ik tussen u en de vrouw, tussen uw kroost en het hare. Het zal uw kop bedreigen, en gij zijn hiel” (Genesis 3, 15).
Het altaar / tempel is bijzonder rijk gedecoreerd en opgebouwd uit marmer, messing, hout en steen. De tempel telt vier Korintische zuilen en een timpaan. Maria is in een nis van de tempel geplaatst. Het altaar heeft diverse messing ornamenten en twee grote messing plaquettes. Op de bovenste plaquette zien we Jezus met het lam Gods naast zich. De plaquette is de deur van de tabernakel. Op de onderste plaquette zien we de geboorte van kind Jezus. Naast de wieg staan Maria, Jozef en de drie koningen.

Omschrijving: bidaltaar Antonius van Padua
Hoogte beeld: ca. 1,8 meter
Hoogte altaar: ca. 5 meter
Jaar: 1899
Materiaal: marmer, messing, hout en steen
Locatie: het Antoniusaltaar bevindt zich links voorin de kerk.

Het verhaal:
Antonius sloot zich in 1210 aan bij de Augustijnen in Lissabon. In 1212 verhuisde hij naar Coimbra om niet langer door familieaangelegenheden gestoord te worden in zijn geestelijke ontwikkeling. Onder de indruk gekomen van de eerste martelaren van de minderbroeders sloot hij zich in 1220 bij hen aan. Hij trok naar Noord-Afrika om daar het christelijk geloof te verspreiden onder de moslims. Later was zijn werkterrein Frankrijk en Italië. Waarschijnlijk werd hij in 1222 te Forlì tot priester gewijd. Veel mensen vonden door zijn toedoen de weg naar het katholieke geloof. Op last van Franciscus van Assisi doceerde hij theologie aan zijn medebroeders. In 1227 benoemde Johannes Parenti, de toenmalige generaal-overste van de minderbroeders hem tot provinciaal van de Romagna in Italië, waar hij van 1222 tot 1224 al predikend had rondgetrokken. In 1230 vroeg en kreeg hij ontslag omdat zijn gezondheidstoestand verslechterde. Hij stierf in 1231 en werd nog geen jaar later door paus Gregorius IX heilig verklaard. In 1946 werd hij als ‘leraar van het evangelie’ tot kerkleraar uitgeroepen.
Antonius is de patroonheilige van de Franciscanen, verloren voorwerpen, vrouwen en kinderen, armen, bakkers, mijnwerkers, het huwelijk, reizigers en verliefden en patroon tegen schipbreuk, de pest en koorts. Men bad tot hem tijdens het zoeken en op sommige plaatsen keerde men zijn beeld zolang naar de muur tot datgene wat men zocht teruggevonden was.
Rond zijn graf in Padua is de basiliek Basilica di Sant’Antonio gebouwd.
In Lissabon zou het kerkje Santo António à Sé gebouwd zijn op de plaats waar Antonius werd geboren. Hij is een zeer geliefde heilige in de Portugese hoofdstad. Sinds 1934 is Antonius een beschermheilige van Portugal en 13 juni is er een officiële feestdag.
Antonius van Padua (Toontje van de verloren voorwerpen) wordt afgebeeld in een Franciscaanse habijt (of pij) met een lelietak in de rechterhand en in de linkerhand een kind Jezus. Meestal is een pij donkerbruin of zwart gekleurd maar de Camaldulenzers hebben een witte pij en worden de witte benedictijnen genoemd. De pij reikt tot de voeten en wordt bijeengehouden door een koord of leren riem. Aan het koord hangt links een ketting met een christuskruis en rechts een van de uiteinden van het koord met daarin drie knopen. Deze knopen staan symbool voor de Drie-eenheid (de Vader, de Zoon en de Heilige geest). De stof is van iets dikkere, grove textiel met een hoofdkap.
De tonsuur of kruisschering (het gedeeltelijk kaalscheren) is kenmerkend voor een kloosterling, hij is daarmee clericus, iemand die een geestelijk erfdeel heeft ontvangen en opgenomen is in de geestelijke stand
Het altaar / tempel is bijzonder rijk gedecoreerd en opgebouwd uit marmer, messing, hout en steen. Het heeft veel overeenkomsten met de tempel van Maria die zich aan de andere zijde bevindt. De tempel telt vier Korintische zuilen en een timpaan. Antonius is in een nis van de tempel geplaatst. In het midden van het altaar bevindt zich een messing plaquette met een afbeelding van pelikaan. Rond de vogels staat de tekst: “PIED PELICANE MUNDA ME  SANGVINE ?” Hetgeen betekent: “bonte pelikaan maakt mij schoon met bloed”. De plaquette is de deur van de tabernakel.
Aan de onderzijde twee messing elementen met de teksten: “A SALVTS MDCCCXCIX IN HON SANTONII PADVANIHVIVSECCI PATRONI” en “RMODNO GERARDO VAN SPAANDONK SVOPER V LVSTRA A PASTORE GRIPAPPOCHANI” Hetgeen resp. staat voor “naar de gezondheid 1819 van patroon Sint Antonius van Pauda” en “? Gerard van Spaandonk ? pastoor ?”.

Omschrijving: beeld van Heilige Familie
Hoogte: ca. 1,5 meter
Materiaal: gepolychromeerd hout
Locatie: rechter achterzijde van het schip

Het verhaal:
Dit is geen gewoon familieportret. Het Kind Jezus staat centraal. De positie en houding van zijn ouders, Maria en Josef zeggen iets over de verhoudingen van het gezin.
Dit beeld is geplaatst aan de rechter achterzijde van het schip. In kerkelijke termen heet dit narthex, soms ook atrium of paradijs genoemd. Oorspronkelijk was de narthex een voorhal of portaal en maakte deel uit van de galerij om het atrium (voorhof) van vroegchristelijke kerken. Later kreeg de narthex het karakter van een portiek. Men veronderstelt dat catechumenen (doopleerlingen) en penitenten (boetelingen) hier mochten staan. Waar het atrium later verviel, ging de narthex deel uitmaken van de kerk zelf en werd meer een besloten ontmoetingsruimte. Als onderdeel van de ingang ligt de narthex traditioneel aan de westzijde van de kerk.
Achter het hoofd van Jezus is een aureool, stralenkrans of nimbus afgebeeld. Het is een ring van licht om het lichaam van goddelijk of heilige personen. Een aureool kan ook de straling of lichtkrans aanduiden – doch minder juist – die alleen het hoofd omgeeft.

Omschrijving: beeld van Heilig Hart van Jezus
Hoogte: ca. 1,8 meter
Materiaal: gepolychromeerd hout
Locatie: linker achterzijde van het schip.

Het verhaal:
In de zeventiende eeuw had Margaretha Maria van Alacoque een aantal verschijningen, waarbij Jezus haar zijn Heilig Hart toont en haar een aantal beloftes deed voor degenen die het Heilig Hart in ere houden. Aan het eind van de negentiende eeuw bloeide de devotie voor Jezus Heilig Hart op. Het Hart van Jezus wordt in de kunst gewoonlijk afgebeeld als een geopende borstkas met daarin een bloedrood hart met een vlam. Het hart staat voor de persoon van Christus’ Leven en Lijden, terwijl de vlam de Liefde en Barmhartigheid representeert.

Naam: Maria op de maansikkel
Omschrijving: Maria beeld
Kunstenaar: Marc Koreman – RKD
Hoogte: ca. 80 cm
Jaar: 2006
Materiaal: brons
Locatie: in de Mariakapel aan de linker achterzijde van de kerk

Het verhaal:
Maria werd onmiddellijk na haar dood in de hemel opgenomen en door God tot koningin gekroond. Ze heeft een kroon op haar hoofd en draagt een scepter. Een scepter (of schepter) is een staf, meestal voorzien van een dikker uiteinde aan de bovenkant, die geldt als machtsymbool van een godheid, koning of keizer en daarom tot de regalia behoort. Op haar arm draagt ze Kind Jezus. Staande op een maansikkel met een lerende Jezus op haar arm, is Maria de koningin van de hemel maar ook de zorgende en bemiddelende Moeder van haar Zoon.
De maansikkel is het klassieke symbool van kuisheid. De beeltenis is grotendeels gebaseerd op de Openbaring van Johannes, waar staat: “Er verscheen een groot teken aan de hemel: een vrouw, bekleed met de zon, de maan onder haar voeten” (Openbaring 12, 1).
De wassenaar (maansikkel) is ook een veel gebruikt heraldisch symbool en een belangrijk symbool van de islam. Het staat ook op de vlag van Turkije. In West-Europa komt het symbool vaak terug in wapenschilden van plaatsen met een verleden in de Kruistochten, zoals Dokkum, Wassenaar en Oosterhout.

Omschrijving: beeld van Maria met kind Jezus
Hoogte: ca. 1,5 meter
Materiaal: gips
Locatie: Maria kapel links achter in de kerk

Het verhaal:
Maria werd onmiddellijk na haar dood in de hemel opgenomen en door God tot koningin gekroond. Ze heeft een kroon op haar hoofd en draagt een scepter. Een scepter (of schepter) is een staf, meestal voorzien van een dikker uiteinde aan de bovenkant, die geldt als machtsymbool van een godheid, koning of keizer en daarom tot de regalia behoort. Traditiegetrouw draagt Mari een mantel in de kleuren rood en blauw maar bij dit beeld heeft de kunstenaar gekozen voor beige mantel voorzien van een ketting en kruisbeeld.
Jezus draagt in zijn linker hand een rijksappel. De rijksappel stelt de wereld voor. De persoon die het object in zijn hand heeft, de wereld dus bezit, stelt een vorst voor. Het is dan ook een van de regalia. Om deze reden zijn Maria en Jezus beiden afgebeeld met een kroon op hun hoofd.

Omschrijving: Maria beeld
Materiaal: lindehout
Locatie: op het bordes van het koor

Het verhaal:
De barokke Maria heeft haar handen bij elkaar gevouwen rond haar hart.  De blauwe mantel geeft haar menselijkheid aan.

Omschrijving: beeld paus Johannes Paulus II
Hoogte: ca. 30 cm
Materiaal: brons
Locatie: Mariakapel, links achter in de kerk

Het verhaal:
Paus Johannes Paulus II, geboren als Karol Józef Wojtyła ak (Wadowice, 18 mei 1920 – Vaticaanstad, 2 april 2005), was een Pools priester die aartsbisschop en kardinaal werd en uiteindelijk op 16 oktober 1978 werd verkozen tot 264ste paus van de Rooms-Katholieke Kerk. Hij was de opvolger van de plotseling overleden Johannes Paulus I. In zijn hoedanigheid van paus was hij tevens soeverein van Vaticaanstad, alsook bisschop van Rome.

Omschrijving: glas-in-lood vensters
Afmeting: divers
Jaar: 1910- 1914 – 1929
Materiaal: glas-in-lood met gebrandschilderd glas
Locatie: zie hieronder

Het verhaal:
De kerk heeft 14 mooie en grote glas-in-lood ramen. Ze zijn een bezienswaardigheid. Het schip telt aan elke zijde vijf vensters met voornamelijk wit glas dat aan de randen is afgezet met sierlijk repeterende figuren. Aan de onderzijde zijn afbeeldingen met Latijnse spreuken en bloemen/planten weergegeven. De afbeeldingen zijn links en rechts hetzelfde maar gespiegeld. De vermelde teksten:
PLANTATIO ROSAE IN JERICHO – het planten van de roos in Jericho
SICUT LILIUM SPINAS – zoals de doornen van de lelie
SOTCINAMMM BLSMMARMTZNSODRMDEDE -?
QUASI PALMA EXALTATA SUM –  ik word opgetild als een palmboom
OLIVA SPECIOSA IN CAMPIS – mooie olijfbomen op de velden
QUASI CIPRESSUS MONTE EROM – ik zal als een cipres op de berg zijn

Het priesterkoor heeft links en rechts twee vensters met volledige gebrandschilderd glas. Het toont Bijbelse taferelen.
Venster links:
Boven het schild van de Drie-eenheid (of schild van Trinity) met de teksten:
Pater non est filius – De vader is niet de zoon
Pater non est spiritus sanctus – De vader is geen heilige geest
Filius non est Pater – De zoon is niet de vader
Filius non est Spiritus Sanctus – De zoon is niet de heilige geest
Spiritus non est pater – De heilige geest is niet de vader
Spiritus non est filius – De heilige geest is niet de zoon
Pater is deus – De vader is God
Filius is deus – De zoon is God
Spiritus santus is deus – De heilige geest is God
Deus est pater – God is de vader
Deus est filius – God is de zoon
Deus est spiritus Sanctus – God is de heilige geest
Midden Jezus gezeten op de troon omgeven door zes engelen met de tekst: Refugium Peccatorum – Toevlucht van zondaars
Onder zijn volgelingen knielend en daaronder wapenschilden en de tekst: venestra dd MCMXIV – Venster dd 1914

Venster 3 en 4 zijn geschonken door Jos Laurijssen Brosens in 1929. De stijl is helemaal anders/moderner. Taferelen uit de bijbel.
Ontwerp: Cuypers & Co, Clemens Merkelbach van Enkhuizen

Venster rechts:
De scheppende hand van de Vader, de stralen van de heilige geest. Kind Jezus met een geknielde pater.  Jezus als visser in een boot. En helemaal onderin wapenschilden en de tekst: MDCCCLXXXV DD 15APRIL MCMX – 1885 D.D 15 APRIL 1910.